1. MONUMENTENSERIE.
BLANG PIDIË.
Blang Pidië is geen monument rijk. Ook wordt de laatste rust
plaats van de hier begraven, in den strijd gevallen krijgsmakkers,
niet gedekt door fraaie zerken, die de aandacht van den voorbij
ganger zouden vragen. Zij, die hier liggen, rusten in een sober
graf, op even eenvoudige wijze aangeduid als zij leefden en hun
plicht deden. Het is deze soberheid, deze eenvoud, die eens de
kracht was van ons leger en, mocht het noodig zijn, ook nu nog
zijn kracht zal blijken uit te maken.
Van het linker graf, op den voorgrond van de afbeelding, luidt
het opschrift
W E N N A S. MAN. F U S.
GESNEUVELD BIJ EEN KLEWANG-AANVAL
OP DE le BRIG. BL. PIDIË IN 1914 BIJ KP. PAJAH.
LADEH, LHO PAWON NOORD
Naast hem rust
OESOEH. JAV. FUS.
wiens grafschrift verder gelijk is aan dat van Wennas.
Sober is ook de beschrijving van het gevecht, waarin deze twee
eenvoudige soldaten te zamen het leven lieten op 8 October 1914.
Na het dekken van een geldtransport keerde de 1ste Brigade
van Blang Pidië onder commando van een Europeesch sergeant
langs den grooten weg uit Tapa Toean terug. Op genoemden
datum passeerde zij op een uur gaans noord van Mangging een
tiental lieden, die schijnbaar aan den weg aan het werken waren.
Schijnbaar, want toen de brigade voorbij was, vielen zij de mili
tairen met onder het gras verborgen klewangs en rentjongs aan.
In het handgemeen dat volgde sneuvelden twee Atjehers en
twee militairen, Wennas en Oesoeh, terwijl verder een korporaal,
vier fuseliers en een dwangarbeider werden gewond.
1169