Os formule A X f, waarbij f hier willekeurig gesteld is op 1.34. 0.084 1.92 Voor de dichtheid van 1.0, resp. 2.0, zijn dan noodig 1702 X 145,65 of 0.773 X 27,07 of o 438 x 12.13 enz., resp. 2 2 X 145.65 of X 27.07 enz. projectielen. D 1.702 0.773 0.438 0.281 0.196 0.144 0.110 A 145.65 27.07 12.13 7.06 4.69 3.36 2.54 1.702 0.773 Volkomen juist is deze wijze van berekenen niet; men zal na der zien, welke beperkingen moeten worden opgelegd. Resumeerend zijn dan voor een dichtheid van 1.0 noodig (af gerond tot eenheden) D A 1.702 0.773 0.438 0.281 0.196 0.144 0.110 86 35 28 25 24 24 23 0.084 23 granaatkartetsen (Aj aantal benoodigde gkn. voor een dichtheid van 1.0). Men ziet dat er zooveel uitkomsten zijn als het aantal stukken, waarin in den beginne de totale diepte is verdeeld. Dit behoeft geen verwondering te baren. Immers, de toename van het be streken oppervlak, noch de afname van de dichtheid is een lineaire functie. De conclusie, welke uit deze berekening is te trekken, luidt dat in het onderhavige geval 46 projectielen voldoende zijn om 1 ha met een dichtheid van 2,0 te overdekken. De berekening behoeft dus slechts voor de maximum dieptewerking te worden uitgevoerd. Nu geldt het bovenstaande alleen wanneer er geen hoogtesprei ding was, ergo moet de berekening worden herhaald voor ver schillende springhoogten. De schootstafel hss50 in het aangeno men geval stellend op 0.7°/oo, bedraagt de oorlogs-hssso 1-4 °/oo, d.i. 2.8 m, de totale spreiding dus 11.8 m. Berekeningen, uitge voerd voor springhoogten van 0, 4, 8 en 12 m, geven voor een dichtheid van 1,0 navolgende uitkomsten h 0 4 8 12 A 25.24 23.10 22.86 23.93 Voor een springhoogte nul is het bestreken oppervlak bij be nadering een gelijkbeenige driehoek, waarvan de tophoek gelijk is aan 2 bg.tg en de diepte hoogte) gelijk is aan Ew. De 1206 Vjp i

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 40