Fig:37
dichtheid wordt gevonden door
D-
N=cos y
N sin2 y cos y
2 n h2 (1 cos a) 2 n h2 (1 cos a
N
2 7i (1 cos a)
7 0.
X
De gevonden waarden gevloeid naar de springhoogte doen bij
gaand grafiekje ontstaan (fig. 37).
30
20
10
0
Ai
30
20
.10
10
Bij een gemiddelde springhoogte van 2 X hss50, in het onder-
werpelijk geval dus 2 X 1-4 °/oo 5-6 m, is te verwachten dat
Het
1,0 bedraagt dan bij een gemiddelde sph. van 5.6 m
314
m
14
een
kogeldichtheid van
100
22.86.
-l+16 25 25 16 l
v25 24 23 23 22 23 23
Een overeenkomstige berekening, herhaald voor verschillende
gemiddelde springhoogten, levert op
gem.
A,
sph.
in m
2.8
4.2
5.6
7.0
8.4
25.84
23.59
22.86
22.84
23.09
1207
TVT h2
E2 F 2
W Cv-
jw
2 der schoten een sph. hebben
7
16
25
25
16
7
2
33/4
hssso
10.5 m
9.1 m
23/4
7.7 m
2%
6.3 m
13/4
4.9 m
3.5 m
3/4
2.1 m
0.7 m