Fig38
Deze waarden wederom in grafiek gebracht, geven bijgaande
kromme (fig. 38), waarvan dus de abscis van het laagste punt de
30
20
10
O
-
gem. h.
i i
i i
20
10
2 4 6 8
meest gewenschte springhoogte aanduidt. Het aantal projectielen,
dat bij verschillende gemiddelde springhoogten benoodigd is, wordt
aangegeven door de ordinaat. Voor een dichtheid van 2.0 is het
dubbele aantal projectielen noodig.
(Wordt vervolgd.)
1208