bericht van het vallen van gewonden bij het bataljon binnenkomt, maar vooral in de gelegenheid zijn, telkens wanneer dit mogelijk is, snelle verkenningen te verrichten, zoowel tijdens de verplaatsing als in het gevecht. Bij het marcheerende bataljon bezat de arts door zijn rijwiel de hiervoor benoodigde mobiliteit en extra snel heid ten opzichte van den troep. Bij de motoriseering is dit voor deel weggevallen een terreinauto is voor snelle verplaatsing te logmen denke slechts aan de moeilijkheden, welke het per auto passeeren van een zich voortbewegende en, nog meer, een stil staande colonne medebrengt. Overzien we thans, welke wijzigingen op grond van het boven staande betoog noodig worden geacht, dan komen we tot het volgende resultaat. 1. Uitbreiding van het aantal ziekenauto's bij de verbandplaats- afdeelingen. 2. Indeeling van een beperkte hulpverbandplaatsafdeeling bij de regimentsstaven. 3. Beschikbaarstelling van 4, na ontladen voor gewondenver- voer bruikbare, terreinauto's per bataljon voor motoriseering van de hulpverbandplaatsafdeeling. 4. Uitbreiding van het materieel dezer formatie met een „eerste hulpmand". 5. Uitbreiding van het geneeskundig personeel met enkele hos pitaalsoldaten en ziekendragers ter uitbreiding van het aantal verbandploegen bij behoud van één ziekenverpleger per mi trailleur comp agnie 6. Toevoeging van een ordonnans-motorrijder met zijspan aan den staf der hulpverbandplaatsafdeeling.1) In het voorgaande werd de geneeskundige verzorging der troepen in klein verband aan een beschouwing onderworpen. Thans dient nog in het kort te worden overzien, of het optreden in hooger verband nog wijzigingen in indeeling van personeel en materieel noodzakelijk maakt. De hoofdverbandplaatsafdeeling laat, met één uitzondering, de verbandplaatsafdeeling voor gaszieken, zonder bezwaar splitsing toe. Evenwel zouden wij bij den snelleren gemotoriseerden oorlog de verbandplaatsafdeeling gaarne iets mobieler zien, dan zij door de groote, slecht manoeuvreerbare chirurgische auto thans is. Voor de verzorging van gaszieken beschikt elke verbandplaats afdeeling over een afzonderlijke outillage. Derhalve kan bij een in bedrijf zijnde verbandplaatsafdeeling een niet te groot aantal gaszieken in behandeling worden genomen. Het zal daarom niet noodig zijn, elk troepenverband de beschikking te geven over een 1219 b Met toestemming van den Inspecteur van de Militair Geneeskundigen Dienst kan worden medegedeeld, dat de hier opgesomde wijzigingen reeds in beschouwing en behandeling genomen zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 53