volledige gasziekenverbandplaatsafdeeling. Indien de hoogere commandant het gedeelte dezer formatie, bestemd voor behan deling en verpleging van gaspatiënten, in de hand houdt ter uit gifte aan het troepenverband, dat hieraan het meest behoefte heeft, dan is in dit gedeelte van de geneeskundige verzorging der gas patiënten voldoende voorzien. Anders staat het met het onderdeel van de gasziekenverband- plaatsafdeeling, bestemd voor ontsmetting van met mosterdgas besmette militairen. De voor dit doel uit de gasziekenverbandplaats afsplitsbare badinrichting zal, indien zij, telkenmale wanneer blaartrekkend gas wordt gesignaleerd moet worden aangevraagd, steeds te laat te bestemder plaatse aankomen om nog van eenig nut te kunnen zijn. Bovendien zullen, wanneer dit onderdeel een maal bij één troepenverband is ingezet, alle andere troepen van elke meer intensieve hulp bij een ook bij hen eventueel optre dende gasbesmetting verstoken zijn. Het voorgaande wettigt de conclusie, dat uitbreiding van het aantal mobiele badinrichtingen van de gasziekenverbandplaats- afdeeling noodzakelijk is. De afzonderlijke mobiele badinrichtingen zullen dan niet meer bij de rest van de gasziekenverbandplaats- afdeeling, doch bij de verbandplaatsafdeelingen dienen te worden ingedeeld. Terloops zij opgemerkt, dat ook het aantal ziekenauto's bij de gasziekenverbandplaatsafdeeling eenige uitbreiding zal behoeven de motiveering, welke ter bepleiting van een vermeerdering van het aantal transportmiddelen bij de verbandplaatsafdeeling werd aangevoerd, geldt evenzeer voor de thans behandelde genees kundige formatie. Aan het einde van dit betoog moge in het kort de wijziging, welke het medisch tactisch optreden zal moeten ondergaan, in beschouwing worden genomen. In algemeenen zin zullen meer nog dan voorheen, de eischen van snelheid bij den afvoer van gewonden en behoud van de mobi liteit der geneeskundige formaties op den voorgrond gaan treden. Bij de voorgestelde motoriseering van de hulpverbandplaats- afdeeling door middel van lichte terreinauto's, verliezen wij de mogelijkheid, de paar dj es te gebruiken, die met de meest benoo- digde mandjes konden worden bepakt zoodra onbegaanbare wegen dwongen tot achterlaten van een gedeelte van het materieel.' Hiertegenover staat, dat bij invoering van de „eerste hulpmand" de beschikking wordt verkregen over een oordeelkundig samen gestelde, zij het beperkte, uitrusting, waarmee voor korten tijd in de behoefte van het bataljon kan worden voorzien en welke zonder bezwaren overal kan worden medegenomen. Bovendien zal het personeel van den staf der hulpverbandplaatsafdeeling in staat zijn, van de overige mandjes een enkele aanvullend mede te voerende motoriseering brengt het voordeel mede dat in de 1220

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 54