gevallen, waarin geen gebruik van de terreinauto's kan worden gemaakt, de hiervoor benoodigde extra lichamelijke arbeid zonder bezwaar kan worden geëischt. Vergeten we hierbij niet, dat de terreinauto's den troep meestentijds nog over een belangrijken afstand zullen kunnen volgen, wanneer tactische omstandigheden of de toestand der wegen het bataljon tot afstijgen van de vracht auto's dwingen. Tegenover het hierboven geschetste nadeel staat het voordeel, dat de bataljonsarts na de oprichting van de hulpverbandplaats de beschikking krijgt over de middelen voor gemotoriseerd vervoer van de gewonden in het gebied tusschen voorste lijn en hulp- verband-(c.q. wagen-) plaats. De inzet van dit materieel zal door hem moeten worden geregeld, evenals de hiermede samenhan gende taakverdeeling van de transportploegende inlaadplaatsen voor de gewonden, hierboven „secundaire gewondennesten" ge noemd, zullen door hem in het terrein moeten worden aangewezen. Ten eenenmale zal moeten worden vermeden, dat de terrein auto's buiten de voor het gebruik aangegeven grenzen worden ingezet. Het is noch de bedoeling, dat gewonden gemotoriseerd door het terrein worden getransporteerd, noch dat de terreinauto's een gedeelte van het werk der ziekenauto's van de verbandplaats- afdeeling gaan overnemen. In het laatste geval zou het gevaar ontstaan, dat de hulpverbandplaatsafdeeling op het moment van opbreken de voertuigen mist. Met de indeeling van verbandploegen zou de bataljonsarts bij aanvaarding van de aangegeven wijzigingen geen bemoeienis meer hebben. De hulpverbandplaats zal zoo lang mogelijk mobiel moeten worden gehoudende aanwezigheid van een „eerste hulpmand" zal de uitvoering van dit beginsel vergemakkelijken. Niet zal mogen worden vergeten, deze mand na gebruik wederom zoo spoedig mogelijk uit de voorraden van de hulpverbandplaats afdeeling aan te vullen, opdat zij steeds voor medevoeren gereed is. In de verdediging zal op den bataljonsarts in de eerste plaats de taak rusten, het volledige bij het bataljon beschikbare personeel zoo juist mogelijk over de verschillende steunpunten in de stelling te verdeelen. De oprichting van een hulppost, waar de tweede officier van gezondheid, voorzien van de „eerste hulpmand", aan gevuld met extra verbandmaterieel, zijn werkzaamheden kan uit oefenen, zal in vele gevallen de geneeskundige verzorging van een afgelegen stellinggedeelte belangrijk ten goede kunnen komen. De plaats van de „secundaire gewondennesten" zal van te voren kunnen worden bepaald, waarbij aan dekking en maskeering van deze inladingsplaatsen de noodige aandacht zal kunnen worden besteed. De regimentsarts zal, gelijk reeds eerder werd opgemerkt, meer dan vroeger op de noodzakelijkheid van inzet van transportfor maties Ook buiten de hoofdas der actie bedacht moeten zijn. Een zekere reserve aan ziekenauto's zal hiervoor zoo mogelijk steeds 1221

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 55