1226 de brug bij Neerbosch is de lucht in gegaan toen de Duitschers er nog slechts 150 m van verwijderd waren de kazematten op den w. oever hebben tege lijk zwaar vuur op hen geopend de brug bij Hatert is helaas niet grondig vernield, doch ook hier geraakt de vijand onmiddellijk in zwaar vuur de brug bij Malden is gesprongen de vijand gaat hier geen gevecht aan doch rijdt door naar 'Heumen. de brug bij Heumen is onbeschadigdeen poging haar te vermeesteren, mislukt. Conclusie de Grave-groep heeft niet voldaan aan de eerste opdracht, zich bij verrassing meester te maken van minstens één brug over het Maas- Waalkanaal. De strijd verloopt dan verder als volgt. De groep Neerbosch gaat een vruchteloos vuurgevecht aan met de Nederlandsche kazematten. Bij Hatert slaagt de vijand er onder dekking van de pantserauto's in, een anti-tank- kanon in stelling te brengen. Vervolgens weet hij over de restanten van de brug den w. oever te bereiken waar hij de dichtstbijzijnde kazematten met handgranaten aanvalt. Omstreeks 12.00 is hij hier in het bezit van een 1000 m breed bruggehoofd. Men mag aannemen het relaas zegt hierom trent niets dat daarna met gebruikmaking van de overblijfselen van de brug een overgang is geslagen voor motorvoertuigen te 21.00 zou de groep Neerbosch n.l. te Hatert over het kanaal zijn getrokken. Om de vernielde brug bij Malden is niet gestreden. Over die bij Heumen is in I.M.T. 1941 nr. 7, op blz. 711 vermeld, dat zij na herovering op een groep „burgers", welke haar door verraderlijk optreden tegen de bezetting in handen hadden gekregen, is vernield. Brandt beweert, dat zij intact was en in den avond van 10 Mei door 2 pantserauto's is overschreden. Dat de brug ten tijde van het verschijnen der Duitsche troepen in onze handen was, is dus niet aan twijfel onderhevig. De vraag, of zij nu vernield was of niet (wij houden het voorloopig op de eerste, uit zeer goede Nederlandsche bron verkregen lezing) kan hier onbeantwoord blijven. Uit het artikel blijkt toch, dat de verdediging van dit overgangspunt tegen de dubbele troepenmacht van die voor Hatert den vijand hier zoo lang heeft opgehouden, dat het gevecht bij Heumen niet van invloed is geweest op het verdere verloop van de operaties. De ondercommandanten hebben den commandant van de Groep Grave blijkbaar slecht op de hoogte gehouden van den toestand. Van de te Hatert behaalde voordeelen verneemt hij althans zoo laat, dat de daarna op zijn bevel over die plaats geleide groep nr. 1 (Neerbosch) daar eerst te 21.00 overgaat. Ook op de onderlinge samenwerking valt hier nog wel wat aan te merken nr. 1 is uren lang onkundig van het 2 km zuidelijker bevochten succes'Zoo blijkt hieruit, dat ook de onfeilbaarst geachte tegenpartij fouten maakt, iets dat men, v.w.b. de Duitschers, verblind door hun successen, wel eens uit het oog dreigt te verliezen Een andere vraag is, waarom de tegen over Heumen terecht gekomen groepen niet zijn teruggezonden over Hatert. De groepen Hatert en Neerbosch rukken dan in den avond van 10 Mei nog over Overasselt en Nederasselt op naar de brug bij Grave. Zij is echter eveneens beschadigd, zoodat de Groep Grave ook faalt in het tweede deel van haar opdracht. Wel zegt Brandt dat de Nederlandsche mitrailleurs en pantserafweerkanonnen in den morgen van 11 Mei door Duitsch vuur tot zwijgen zijn gebracht, doch ook hier past een vraagteeken. Immers, zooals in I.M.T. 1941 nr. 7 reeds is vermeld, trokken de Nederlandsche troepen aan de Maas in den nacht van 10 op 11 Mei terug op de Zuid-Willemsvaart. Bovendien heeft men niet getracht het tot zwijgen brengen van ons vuur uit te buiten door te pogen, de brug te vermeesteren. De Groep Grave heeft zelfs opdracht gekregen, terug te keeren. Zij is daarna bij Mook de Maas overgegaan (hier moet toen dus reeds een brug zijn geslagen) en heeft van 11 op 12 Mei overnacht te Volkel. Zij is daarop blijkbaar ontbonden. Er wordt althans verder nog slechts gesproken van de gemotoriseerde S.S.-afdeeling. Het is onnoodig hier uiteen te zetten, hoe moeilijk het is, het tijdstip van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 60