1237 De tweede onbekende schrijver is de samensteller van de in elk nummer van F.F. verschijnende Notes on the war in the air. Hij beziet de vraag a.h.w. juist van den anderen kant en merkt op, dat het Luftwaffe ten onrechte als een zelfstandig wapen wordt beschouwdwanneer een slag wordt ingezet, komen groote vlg.formaties onder de bevelen van de cdtn. der legers, die kleinere formaties ter beschikking stellen van lagere cdtn., tot en met de reg.cdtn. Zijn de gevechten voorbij, dan keeren zij terug onder de bevelen van de bevelhebbers van het Luftwaffe, dat dan zijn zelfstandigen luchtstrijd inzet. Zijn eerste bestaansreden is en blijft echter, het leger op 's vijands gebied te (helpen) brengen. Ook deze schrijver toont, ondanks zijn opmerking, dat in de V.S. en Rusland, evenals vroeger in Frankrijk, een groot deel van de lustrkrn. onder de bevelen van cdtn. van de legers staat, niet overtuigend aan, dat de „fout zit in de centralisatie. Bewijst het optreden van het Luftwaffe niet, dat zij schuilt in het niet op het juiste oogenblik kunnen of willen overgaan tot de dan geboden decentralisatie Moderne oorlogvoering. Na een analyse van den veldtocht in Vlaanderen in de deelen 1 en 2 van zijn studie, wijdt mj. Ehrgott in het derde gedeelte van Counterbreakthrough Inf. J. '41 nr. 9) nadere beschouwingen aan de mechanized penetration ten einde te komen tot de wijze van afweer en vernietiging van de bliksem- manoeuvre. In de eerste plaats moeten wij indachtig zijn, aldus S., dat de D. in Mei 1940 de vrijwel volledige overmacht in de lucht hadden en een ongehoorde kennis bezaten van de opstellingen, bewegingen en voornemens van hun tegenstanders. Zonder dat zouden hun gevechtskracht en beweeglijkheid onvoldoende zijn geweest en vele van hun bewegingen hebben gelijk gestaan met zelfmoord. De beslissende waarde van het overwicht in de lucht kan niet worden overschat. Zij komt op verschillende wijze tot uiting. Allereerst in de mo gelijkheid van inzet van parachutisten en luchttroepen, die, naar is ge bleken, een aanmerkelijk vermogen bezitten om terrein te bezetten en vast te houden. Vervolgens in de dbws., die de gevechtskracht versterken omdat zij bijna even nauwkeurig werken als, doch veel machtiger dan de art. en de beweeglijkheid vergrooten doordat zij de snelle colonnes ontheffen van de noodzaak, groote hoeveelheden zich langzaam bewegende art. mee te sleepen en ook de verbindingslijnen ontlasten van de art.-, art.mu.- en art.verplegings- colonnes. Hieruit volgt, dat elke bestrijdingsmethode moet uitgaan van althans tijdelijk evenwicht in de lucht daar, waar de beslissende strijd wordt ge streden. Die methode moet voordeel trekken uit de zwakke zijden van de aanvals- wijze en de kracht van den aanvaller verkleinen. Om tot haar te besluiten, moet men in de eerste plaats de karakteristieke eigenschappen van de gemech. en gemot, strijdmiddelen bezien. De voornaamste dier eigenschappen is snelheid, snelheid voor het uitsparen van tijd. De verdediger moet dus vertragen, tijd winnen, om 's vijands aan valsplan te ontdekken, om te kunnen besluiten wat er tegen moet worden gedaan en om de middelen te verzamelen voor het uitdeelen van den klap. Dat beteekent het zoo ver mogelijk desorganiseeren van de verbindingen. Vernielde bruggen, brandende bosschen, barricades, landmijnen, inundatiën, zijn alle van beteekenis. We moeten niet te veel tijd besteden aan de gemot, en lt. gemech. elementen van den binnendringenden vijand, doch onze aan dacht in hoofdzaak richten op de vewn. Worden die niet tegen gehouden, dan wordt de verdediger zoover teruggedreven dat een verder vernielen van 's vijands verbindingen buiten zijn bereik en macht komt te liggen. De gevechtswaarde van den vew. hangt af van zijn vermogen, zich te be wegen en te vuren. Daarvoor hebben de motoren, benzine, olie en lucht of water noodig, de wapenen munitie, de bemanning eten en drinken, lucht,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 71