1248 vliegtuigen. Maar ook dan draaien wij in een vicieuzen cirkel rond. Want bommenwerpers, gevechtsvliegtuigen en torpedovliegtuigen, die in Singapore, Tarakan, Darwin en Manila gestationneerd zouden zijn, zullen hoe sterk men de fantasie ook wil laten werken nimmer kunnen worden beschouwd als mede te strijden aan de overwinning op het Luftwaffe. Niemand kan met eenige zekerheid zeggen of de honderden of duizenden vliegtuigen, welke rond den Pacific gestationneerd zijn, wellicht niet van doorslaggevende be- teekenis zouden zijn geweest in den strijd om Griekenland en Kreta, of dat door de aanwezigheid van deze luchtstrijdkrachten de overbrenging van de „Panzer-divisionen" naar Lybië niet voorkomen had kunnen worden. Op dit oogenblik zijn tallooze werklieden in den Pacific bezig met den aanleg van nieuwe bases. De eskaders, welke spoedig noodig zouden kunnen zijn voor de verdediging van Egypte, Syrië en het Midden-Oosten, zijn blijkbaar gedoemd om werkeloos te blijven, duizenden mijlen verwijderd van het oorlogstooneel. Hetzelfde geldt in veel grootere mate voor de landmachten der democratieën. Kiralfy wijst erop dat elk machtsvertoon der Japanners tot gevolg heeft gehad dat nieuwe Britsche imperiale strijdkrachten naar Malaka werden gezonden, maar indien dergelijke crises voorbij waren werd nimmer iets vernomen omtrent het vertrek van deze nieuw-aangekomen troepen en materialen. Het Japansche vraagstuk in de Zuid-Chineesche Zee werd in verschillende phasen ondernomen en van elk dezer phasen, of zij plaats had in Canton, op het eiland Hainan, in Hanoi of Saigon, of aan de grens van Thailand, steeds weer was het resultaat dat meer Australiërs en tanks naar Malaka werden verscheept. De regimenten, welke zijn bijeengebracht in de Maleische moerassen, zouden juist die kunnen zijn, welke ergens anders een veldslag zouden hebben doen winnen. Het goed-geoefende Nederlandsch-Indische leger doemt eveneens in dit beeld op. Honderdduizend man, uitstekend en modem bewapend, en gewend aan de tropen. Zij zouden het verschil kunnen vormen, zoo betoogt Kiralfy, tusschen een nederlaag en overwinning in Irak en Iran, vooral indien men bij hen voegt de krachten, welke in Malaka „verspild" worden. Na eenige regels te hebben gewjjd aan de moeilijkheden, welke de Ver- eenigde Staten thans nog ondervinden als gevolg van het gebrek aan ervaren en goed-geoefende manschappen, wijst Kiralfy op de algeheele Japansche mobilisatie, welke in de eerste plaats gericht schijnt te zijn op de maritieme provincies van Sovjet-Rusland in Siberië. Dit zou weer het gevolg kunnen zijn van de Russissche troepenverplaatsingen van het Verre Oosten naar het Westen, nadat de nazi's Rusland binnenvielen. Het gedeelte van het Roode Leger, dat in het Verre Oosten gestationneerd is, vormt een onafhankelijk geheel. Het is zeer sterk gemechaniseerd en door-en-door getraind in de „anti-nijptang-tactiek". De technische onafhankelijkheid van dit leger in het Verre Oosten verliest echter haar beteekenis en waarde, als Moskou bedreigd wordt. Maar Japan zal wel toezien dat niet te veel troepen naar het Westen kunnen worden overgebracht om de olievelden van Bakoe te verdedigen of de industrieën achter den Oeral veilig te stellen. Het Japansche offensief white offensive) moet gezien worden als een po ging om de kracht van de tegenstanders van Duitschland te verminderen in een tijd, dat zij eiken man noodig hebben. Vergeleken met de invasie van de Duitschers in Rusland zijn de aantallen troepen, welke in het Verre Oosten zijn samengetrokken niet groot, maar zij kunnen van onschatbare waarde zijn voor de verdediging van bepaalde gebieden als Egypte en Syrië. De factoren, welke er toe zouden leiden dat deze „witte oorlog" (white war) zou worden omgezet in een werkelijken oorlog liggen overal behalve in het Verre Oosten. Een ineenstorting van Rusland, een krachtig Duitsch offensief langs de noordelijke kusten van de Zwarte Zee en door Turkije in het Nabije en Midden-Oosten, of een invasie in de Britsche eilanden zulke gevaren kunnen zeker niet in Singapore worden gekeerd. Doch indien men

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 82