1260 Dit is het gevolg van de lage aanvangssnelheid van het projectiel bij het 37 mm geschut, n.l. slechts 425 m/sec., terwijl dat van het 23 mm kanon bijna 2x zooveel of 800 m/sec. is. Men zal zich afvragen, waarom men dan de aanvangssnelheid van dat 37 mm kanon niet opvoert. Het antwoord is, dat de terugstoot bij dit kanon reeds een halve ton per schot bedraagt. Bij het 23 mm kanon is dat slechts 200 kg. Een ander groot nadeel is de lage vuursnelheid n.l. 125 schoten per minuut, hetgeen in ons voorbeeld van zooeven slechts 2 schoten per 160 m zou geven Het 20 en 23 mm geschut heeft daarentegen een vuursnelheid van 400 tot 500 schoten, terwijl het 37 mm kanon met de hand moet worden geladen en er slechts 5 granaten tegelijk kunnen worden ingebracht. De Deensche Madsen fabriek vervaardigt zeer goede kanonnenhet be kende 20 mm kanon met een vuursnelheid van 500 granaten per minuut en een 23 mm kanon met een vuursnelheid van 400 granaten per minuut. Het eenige kanon met nog grooter vuursnelheid is het nieuwe 20 mm Mauser kanon van de Messerschmitt Me-109 F, dat 900 granaten per minuut verwerkt. De 20 mm granaat kan zware schade toebrengen en doorboort op 500 m afstand nog dik vliegtuig-pantser. Het is duidelijk dat geen vliegtuig afdoend gepantserd kan worden tegen dergelijke granaten. Het 23 mm kanon is een verbeterd model, dat belangrijk zwaardere granaten afvuurt, terwijl het gewicht van het geschut plus de munitie niet zwaarder is geworden Een buitengewoon interessante opstelling van Madsen geschut had de Fokker G-l. In de vooroorlogsche dagen was dit vliegtuig een van de beste en er zijn zelfs nu nog maar weinig jachtvliegtuigen, die de G-l overtreffen. Deze Fokker-jager had twee 23 mm kanonnen en twee 7.9 mm machine geweren. Deze bewapening zat in den neus van het vliegtuig en binnen het bereik van den vlieger. Het gewicht van de bewapening is een factor van groot belang bij het ontwerpen van oorlogsvliegtuigen en hun wapens. De gewone 7.9 en 12 mm machinegeweren wegen niet zoo veel en zoo is het zelfs mogelijk gebleken, in de nieuwste Hawkers 12 van deze wapens op te stellen. Hoewel de Haw- kers-kanonnen natuurlijk een veel grooter gewicht hebben, is dit gewicht nog betrekkelijk laag en weegt de grootere uitwerking zeker tegen dit ver minderde gewicht op. Een groot voordeel van de mitrailleurs boven de kanonnen is hun hoogere aanvangssnelheid, waardoor de baan van het pro jectiel vlakker is en dus beter kan worden gericht. Door zeer lange loopen toe te passen heeft men aan de 20 en 23 mm kanonnen echter ook reeds een hooge aanvangssnelheid gegeven. Zoo heeft de loop van het 23 mm kanon een lengte van 117 cm tegen 60 cm voor den loop van het 7.9 mm machine geweer. De grootere explosieve kracht van de 23 mm granaat is verkregen door deze langer te maken, maar de patroon korter. De granaat heeft dus een grooteren inhoud gekregen en de huls bevat minder kruit. Dit had tot gevolg dat de aanvangssnelheid van het projectiel belangrijk lager werd. (970 m/sec bij het 20 mm geschut en 800 m/sec bij het 23 mm geschut). Dat geeft het 23 mm geschut een belangrijk korter bereik, maar daar het lucht gevecht toch steeds op korten afstand van elkaar wordt uitgevochten, is dat niet zulk een groot bezwaar. De granaat heeft echter meer tijd noodig om het doel te bereiken en de grootere kromming van de baan maakt het richten moeilijker. Dit zijn waarschijnlijk de redenen waarom dit kanon bijna steeds gecombineerd wordt met machinegeweren. Practisch alle vliegtuigkanonnen zijn tegenwoordig vast gemonteerd, zoowel binnen als buiten den romp of vleugel. Alleen de allergrootste bommenwer pers hebben beweegbare kanonnen. In geschutkoepels past men meestal het 12.7 mm machinegeweer toe. De Boulton and Paul Defiant heeft er vier in één geschutkoepel, terwijl in den vleugel 7.9 mm machinegeweren zijn opgesteld. De beste plaats voor de kanonnen is de neus van het vliegtuig, vóór den vlieger, ofschoon ze ook in den vleugel of onder den romp worden opgesteld. Zoo zouden de 4 machinegeweren, die de Spitfire in eiken vleugel

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 94