1261 heeft, vervangen kunnen worden door 2 kanonnen. Wel zou de terugstoot aanmerkelijk grooter worden, doch in die richting kan deze kracht gemak kelijk worden opgevangen. Daarentegen is de terugstoot veel merkbaarder op de besturing van het vliegtuig als de kanonnen in de koepels zijn opgesteld, vooral als dat de zwaardere 37 mm kanonnen zijn met hun halve-ton-klap per schot. Als een dergelijk kanon van den staart van een bommenwerper dwarsuit werd gevuurd, zou de vlieger zeker de grootste moeite hebben om zijn koers te behouden De munitie-aanvoer is ook een zeer belangrijke factor. Voor de kanonnen en geweren, die vast staan opgesteld, wordt meestal de aanvoer per band toegepast, terwijl de beweegbare opstelling het gebruik van trommels noodig maakt. De band is lichter en bevat meer patronen, maar geeft meer kans op vastloopen en storingen dan de trommel. De meeste trommels bevatten 60 patronen, terwijl de banden er 100 en meer bevatten (tot 500 toe)De soorten munitie, welke gebruikt worden zijn: pantser-doorborend, springgranaten, lichtspoor en brandkogels. De lichtspoormunitie, die een spoor van brandend fosfor achterlaat, is gemaakt om makkelijker te kunnen richten. Meestal wordt er om de vijf patronen een lichtspoor-kogel in den band gedaan. De lichtspoormunitie geeft vreeselijke, bijna ongeneeslijke wonden. NIEUWE RUSSISCHE VLIEGTUIGEN. Volgens de New York Times van 26 October hebben de Russen na het uitbreken van den oorlog verschillende nieuwe typen jagers en bommenwerpers in dienst gesteld. Hoewel daaromtrent 'weinig gegevens zijn te verkrijgen is van een tweetal jagers, de 1-26 en de 1-61, iets meer bekend geworden uit door de Duitschers gepubliceerde foto's. De 1-26 heeft veel weg van de Spitfire en ziet er, vergeleken met eenige van de oudere Russische jagers, merkwaardig goed uit. Het is een laagvleu- gelig toestel met intrekbaar landingsstel en een vloeistof-gekoelden motor. Deze jager is echter niet zwaarder bewapend dan met 2 gesynchroniseerde mitrailleurs, welke er bovenop zijn aangebracht. De 1-61 is blijkbaar een verdere ontwikkeling van de 1-16 of de „Rata", het Russische origineel. Zoo als de Duitschers hebben gedaan met de Messerschmitts en de Engelschen met de Spitfires, hebben de Russen minstens twee nieuwe uitvoeringen in dienst gesteld van de 1-16, die een stermotor had. DE VERDEDIGING TEGEN BOMAANVALLEN OP GROOTE HOOGTE. N.a.v. de eerste in Juli j.l. door de Vliegende Forten uitgevoerde bomaanvallen van hoogten van 9.000 m merkt Aeroplane van 1 Augustus o.m. het volgende op. De oorlogvoerende luchtstrijdkrachten hebben ondervonden hoe kostbaar het is, doorloopend jagers in de lucht te houden. Zij zijn alle overgegaan tot een systeem van vroegtijdige vaststelling van de naderende raiders, gevolg door het omhoog zenden van snel klimmende jagers. Nadert de vijand op een hoogte 'van 10.000 m, dan moet hij zeer vroeg worden vastgesteld, wil het opstijgen van interceptors nog iets uithalen. Er schijnt voor den verdediger geen andere oplossing te zijn dan hoogvliegende jagerpatrouilles boven de waarschijnlijkste aanvalsdoelen te houden. Liggen enkele daarvan in kust zones, dan is er nog niet veel kans op een succesvol onderscheppen van den vijand alvorens hij zijn doelen zeer dicht is genaderd. Het opsporen is ook niet zoo eenvoudig wanneer de vijand op 10.000 m nadert. Overdag op die hoogte vliegende bws. zijn zonder speciale hulpmidde-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 95