1262 len bijna even moeilijk op te sporen en waar te nemen als bij nacht lager vliegende toestellen. De radiolocation kan hier te hulp komen, maar de opgestegen speurende jagers zullen het moeten stellen zonder de hun den weg wijzende springpunten van de ld.art. om de eenvoudige reden dat de vijand buiten haar bereik of zicht vliegt. Belangrijk is ook de invloed van de supercharging op de prestaties van de motoren en dus van het vliegtuig. Tijdens de eerste vluchten haalden de Boeing Vliegende Forten op 4.000 m een max. snelheid van 400 km/u. Deze bedraagt nu volgens de jongste Am. rapporten 515 km/u op 6.000 m, de kruissnelheid op 9.000 m 395 km/u. Deze snelheden stellen de jagers voor een taak, die te zwaar zal zijn, tenzij zij zich bij het ontdekken van de bws. daar zeer dichtbij bevinden. DE OPLEIDING VAN AMERIKA'S PARACHUTISTEN. De New York Times Magazine van 26 October bevatte een beschrijving van den bekenden publicist op het gebied van mili taire aangelegenheden, Hanson W. Baldwin, van een bezoek aan Fort Benning, het Amerikaansche opleidingscentrum voor val- schermtroepeni Hij deelt daarin o.m. het volgende mede. De V.S. hebben reeds ongeveer vijf maal zooveel parachutisten als Engeland, 2500 tegen 500, waarvan 2000 ondergebracht in een groepsstaf en 4 batal jons (501ste t/m 504de Bat. Inf.), en ruim 400 behoorend tot het Korps Mari niers. Het 501ste Bat. 36 officieren en 482 man is reeds in dienst gesteld de andere bataljons zijn nog in opleiding. Als leeftijdsgrenzen voor het personeel gelden 30 jaar voor de minderen, 35 jaar voor de subalterne officieren en 40 jaar voor de bataljonscommandan ten. Verdere eischen zijnnormale bloeddruk, uitstekende oogen en uiteraard geen sporen van hartaandoeningenminimum lichaamslengte 1.65 m, maximum 1.85 m maximum gewicht 83 kg, aangezien de man aan uitrusting 18 tot 22,5 kg moet meenemen in den sprong. Hij moet zijn recru- tenopleiding achter den rug hebben en als regel minstens 6 maanden dienst. In de eerste zes weken van de opleiding leert de man niet alleen de tech niek van den sprong maar ook het gebruik, het nazien en het vouwen van het valscherm. Wel zijn anderen met het onderhoud belast en heeft elke para chute haar eigen dienstkaart en eigen inspectiekaart, maar toch moet hij er zelf genoeg van weten om te kunnen zeggen, wanneer zijn valscherm dient te worden gerepareerd. De schok, dien de valschermsoldaat bij het aanraken van den grond onder vindt, is ongeveer gelijk aan dien van den man, die van het dak van een auto springt, welke met een snelheid van 8 tot 16 km rijdt. Het gaat er echter om dat hij leert, dezen sprong achterwaarts te maken, want niemand kan er zeker van zijn dat hij steeds met den wind in den rug zal landen. De eerste oefeningen bestaan daarom uit het maken van buitelingen van 1 a 1V2 m hooge platformen. Daarna wordt geoefend, met de handen hangend aan een over een hellende luchtrail voortbewogen stel banden dit is om te wennen aan de aldus nagebootste voorwaartsche beweging en de daardoor ontstane slingeringen te leeren „dempen" wie bij een parachute-sprong slingerend op de aarde aanlandt, komt hard neer. Vervolgens wordt geoefend, eerst op 15 m, dan op 45 m en tenslotte van den top van een 75 m hoogen springtoren. Hier wordt de sprong uit het vliegtuig reeds zeer goed nage bootst de man begint steeds 4,5 m te vallen. Tenslotte komen de sprongen uit het vliegtuig. Zij zijn 5 in getaleen individueele sprong van 450 m, een sprong in een groep van 3 man van 400 m, dan van dezelfde hoogte in een groep van 6 en tenslotte, weder van 400 m, in het verband van een squad van 12 man. Heeft de man dit alles er goed afgebracht, dan volgt hij nog een opleiding van 16 weken in tactisch optreden op den grond en de techniek van val-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 96