aan de revolutie door de opname van de nationale kleuren. In
1794 verdween de witte grond der vlag geheel.
Noorwegen scheidde zich in 1814 van Denemarken af, behield
de Deensche vlag, doch plaatste er den Noorschen leeuw in. Na
de vereeniging met Zweden werd den Noren toegestaan, in de
Zweedschè vlag een bovenhoek in de Noorsche kleuren op te
nemen. Noorwegen verlangde echter een eigen vlag, namelijk de
Deensche met blauw-kruis er in, en voerde haar met een uit de
Zweedsche en Noorsche vlag samengestelden Unie-bovenhoek in.
Siam schafte in 1917 in de handelsvlag den moeilijk uit te voe
ren olifant af. De nieuwe strepenvlag veranderde nog in hetzelfde
jaar in een driekleur (Trairangafig. 25a).
fig. 25.
a. Siameesche vlag tot 1917.
b. 1935 Krijgsvlag der Sovjet-Unie.
c. 1775-1777 Noord-Amerikaansche geus.
d. Vlag van Syrië.
Spanje voerde in 1785 nieuwe vlaggen in. De revolutie van
1868 verving de onderste streep door een traditioneele Castiliaan-
sche kleur, het violet. In de plaats van het koninklijke trad een
republikeinsch wapen. De republiek viel, de koninklijke vlag
waaide weer. Alfons XIII moest aftredende nieuwe republiek
vlagde weer rood-geel-violet. Generaal Franco nam de rood-geel-
roode kleuren weer op, voerde echter nog twee jaren het repu-
blikeinsche wapen. In 1938 verving hij het door een aan de 16de
eeuw ontleend wapen.
28
I I I M