Fig: 44
Ook deze waarden zijn gemiddelden en behooren bij de meest
gewenschte springhoogte. De dieptewerking is als functie van den
afstand uitgezet in figuur 43.
8. DE INVLOED VAN TERREINHELLING EN TERREIN-
HOEK OP HET BENOODIGDE AANTAL GKN. EN OP
DE MEEST GEWENSCHTE SPRINGHOOGTE.
Dat de invloed van de terreinbelling en van den terreinhoek op
het benoodigde aantal granaatkartetsen en op de meest gewenschte
springhoogte aanzienlijk zal zijn is reeds dadelijk na te gaan
aan de hand van fig. 44. Wordt het springpunt S als een vast
punt in de ruimte beschouwd en laat men het horizontale vlak
T0 wentelen om A, dan vallen onmiddellijk de groote veranderin
gen op van de doorsnede van dit vlak met den verspreidingske
gel. De te volgen werkwijze ter berekening van de noodige ge
gevens wijst zich vanzelf, nl. door transformatie van het coördi
natenstelsel, waarbij als X-as het gewentelde horizontale vlak
moet worden genomen. Getransformeerd moeten wordende
springhoogte, de hoogte- en lengtespreiding en de dichtheid.
Duidt men den invalshoek op het terrein aan met Wt dien op
de richtlijn met co, SS0 (fig. 44) door h en SSi door ht dan
41
Staat XI.
Afstand
Breedtewerking in m
1000
227
2000
200
3000
180
4000
120
5000
97
6000
86