De werkzaamheid, van de luchtmacht was in tactisch en strate gisch opzicht van weinig belang, vergeleken bij die van den huidigen oorlog. De Japanners gebruikten materieel van middel matig gehalte. Daar tegenover konden de Chineezen slechts een zeer geringe hoeveelheid uiterst slecht afweergeschut stellen. De luchtverkenningen der Japanners hebben goede resultaten opgeleverd en vormden dikwijls den grondslag voor hun in tac tisch en strategisch opzicht zeer riskante manoeuvres. Als regel zijn deze manoeuvres tot een goed einde gebracht. De Japansche luchtbombardementen hebben hetzelfde totali taire, niets ontziende karakter als de Duitsche luchtbombardemen ten. Naast vernieling van militaire en industreele objecten, was het vooral het veroorzaken van terreur bij de bevolking, welke werd beoogd. Op het moreel van de Chineesche bevolking hebben deze bombardementen echter weinig invloed gehad. De aandacht trekken een aantal merkwaardige, lange afstands opdrachten aan Japansche vliegers. Op staf gebied hebben de Japanners in het ontwerpen en uit voeren van manoeuvres een groote mate van bedrevenheid aan den dag gelegd. De infanterie bewees weer, het hoofdwapen in den strijd te zijn. De Japanners hadden het voordeel, goed geoefend en veel beter bewapend te zijn dan de Chineezen. Daartegenover waren de Chineezen bijna altijd in staat, een sterke meerderheid in aantal in het veld te brengen. Zoolang zij defensief optraden, was de minderheid in de bewapening niet zoo voelbaar, aangezien de kracht van hun tegenstand zich in de eerste plaats baseerde op het numerieke overwicht. De kracht van de infanterie in de ver dediging is dan ook opnieuw aangetoond, doch de aanval, gepaard met de manoeuvre, heeft altijd tot de beslissing geleid. De Japanners hebben bewijzen geleverd tot buitengewone tacti sche beweeglijkheid in staat te zijn, niettegenstaande zij altijd te genover een geweldige overmacht moesten vechten. Bij de Chi neezen leidden beschikbare mankracht en de onvoldoende geoefend heid en bewapening tot het gebruik van dichte formaties en goed versterkte fronten. Deze fronten konden echter steeds op klas sieke wijze door (dubbele) omvatting (omtrekking) worden uit- gemanoeuvreerd. Voor zelfstandige opdrachten bezigden de Japanners mobiele detachementen van 1500 a 3000 man (een regiment)waarbij tanks en artillerie c.q. luchtstrijdkrachten waren ingedeeld. Dikwijls waren deze detachementen gemotoriseerd. Uit gunstige verzamel en uitgangsopstellingen konden zij tot verrassende aanvallen wor den aangezet. In den regel was de bedreiging van 's vijands flank en rug voldoende om hem tot den terugtocht te nopen. De aan- en afvoerlijnen van de Chineezen waren uitzonderlijk lang en moeilijk. Die van de Japanners vertoonden dezelfde karak- 73

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1942 | | pagina 69