tisch. De intendance verkeerde vaak in een staat van desorgani satie en verwarring welke elke beschrijving tart. Voorden aan- en afvoerdienst werden in China inheemsche draagkrachten geprest onder bedreiging, de weigerachtigen te zullen neerschieten. Dat de Japanner alcoholvrij zou zijn is een mythe. Bij de Japan sche intendance in China werd steeds sterke drank medegevoerd, terwijl ook aan de soldaten werd toegestaan, dit individueel mede te voeren. De Japanner is ongetwijfeld een gehard soldaat met groot uit houdingsvermogen en sterk physiek. Uit zijn voeding is dit niet te verklaren, aangezien dit buitengewoon arm is aan vitaminen en er door de typische Japansche bereiding niet rijker op wordt. Men heeft wel gezegd dat de Japanner op de grens van een avita minose leeft en dat hij hierdoor waarschijnlijk onder oorlogsom standigheden niet tegen het tropische klimaat zal zijn opgewassen. In Manchurije bleek hij niet bestand te zijn tegen de koude. Na kort verblijf in de Ned.-Indische kustgebieden onder oorlogsom standigheden, is het waarschijnlijk, dat hij ten prooi zal vallen aan de vele endemisch heerschende tropische ziekten zooals malaria, typhus, dysenterie en wellicht ook aan cholera. Het is verder op gevallen, dat de Japanner niet buiten thee en gekookt water kan leven. Gebruik van koud water schijnt hem onmiddellijk vatbaar te maken voor dysenterie. De bewapening van het Japansche leger in China is verouderd in vergelijking met die van de groote Europeesche legers. Moder niseering lag wel in het voornemen, doch het heette dat zij groo- tendeels afstuitte op de omstandigheid, dat er geen materiaal en geen geld was. Wat vechtwijze betreft, het is in Malakka gebleken doch was reeds eerder bekend, dat het Japansche leger kort na de opzien barende successen van de Duitsche weermacht op het West- Europeesche front met spoed haar strijdmethoden in studie heeft genomen ook werd toen krachtig aangedrongen op de moder niseering van de bewapening en uitrusting. Het is bekend dat men van Japansche zijde gegevens heeft verzameld omtrent ervaringen met mijnenwerpers in zwaar be- boschte terreinen. De Japansche legerleiding acht deze mijnen werpers bij landingen zeer doelmatig. Ook tanks voorzien van vlammenspuiten schijnen in de leger- organisatie te worden of te zijn opgenomen. De Japanners hebben zelf een groote angst voor vuur. Dit zal in zeker opzicht heredi tair zijn omdat natuurrampen in Japan steeds gepaard gingen en nog gaan met vernietigende branden, veroorzaakt door de hou ten woningen. Vlammerwerpers zullen derhalve bij het tegen gaan van Japansche landingen niet alleen een belangrijk moreel 75

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1942 | | pagina 71