Het is gebleken, dat kleine ondernemingen van Japansche troe
pen doorgaans slaagden, terwijl die op groote schaal mislukten
door gebrek aan strategisch inzicht. De Japanners schijnen te veel
te verwachten, dat de vijand hetzelfde doet als zij.
De Chineesche strijdwijze is grootendeels passief. De neiging,
zich stevig in te graven, is groot. De Chinees schijnt zich bijzonder
goed aan het terrein te kunnen aanpassen. Hij heeft er geen
groote offers voor over om bepaalde stellingen te behouden. Vooral
de tactiek der harceleering beoefent hij met succes.
Een bijzondere figuur is de op enorme schaal door de Chineezen
gevoerde guerillaoorlog. Men schat de sterkte dezer benden op
van de legersterkte. Zij richt zich vooral tegen konvooien en
verbindingslijnen en bestoken ook de garnizoensplaatsen. Het suc
ces van den guerillaoorlog is voor een groot deel te danken aan de
medewerking van de bevolking. Door zijn eeuwige bedreiging
oefent hij een deprimeerenden invloed uit op den vijand en nood
zaakte hij hem, groote troepenafdeelingen af te zonderen voor de
bewaking van de verbindingslijnen. Herhaaldelijk gelukte het den
Chineezen, deze verbindingslijnen te verbreken. Als regel lieten de
Japanners zich door de guerillabenden verrassen.
In het Chineesch-Japansche „conflict" is onomstootelijk komen
vast te staan, dat de Japansche troepen zich niet aan de regels
van het in het Haagsche Reglement omschreven oorlogsrecht sto
ren. In bezet China was mensch noch dier veilig voor de excessen
en de terreur van die troepen. Zoo werden Chineesche burgers bij
tienduizenden, onder bedreiging met den dood geprest, daadwerke
lijke oorlogsdiensten te presteeren. Barbaarsche plunderingen,
verwoestingen, vexaties in de meest wreedaardige vormen en uit
moording van de bevolking zijn vele malen vastgesteld. Tegen be
doelde excessen konden en wilden de hoogste bevelhebbers niet
optreden als gevolg van de hand over hand toenemende losbandig
heid en ongedisciplineerdheid der troepen. Ten aanzien van de bur
gerbevolking heeft Japan in China niet de minste consideratie ge
bruikt. Het heeft daardoor een buitengewoon slechten naam ge
kregen. In zijn krijgsgebruiken is dat land practisch teruggegaan
op methoden, welke de barbaarsche volken der Oude Wereld
bezigden. Dat de Chinees ten slotte tot revanchemaatregelen over
ging, laat zich denken.
80