Rantsoen VI, dat als hoofdvoedingsmiddelen alleen bras ketan en rijst bevat, komt ons vrij eentonig voor. Het andere bras- ketan-rantsoen (nr. IV) bevat bovendien nog peulvruchten (brui ne boonen of groene erwten) en is daardoor uit een voedings- technisch oogpunt veel aantrekkelijker. Volgens dienzelfden maatstaf beoordeeld, verdient de samen stelling van de rantsoenen I, II, III en VII de voorkeur boven die van rantsoen VI. De rantsoenen VII en VIII, met de groote hoeveelheid brood van 500 gram per dag, zijn uit een verplegingsoogpunt waarschijn lijk zeer veel gemakkelijker te verstrekken dan de andere, omdat op die dagen slechts één warme maaltijd behoeft te worden klaar gemaakt. Door deze groote hoeveelheden wittebrood leveren deze rantsoenen echter tevens de kleinste hoeveelheden anti-beri-beri- vitamine. Rantsoen VIII bevat zoodoende het minste Vitamine Bi van alle rantsoenen, nl. 509 I.E., en rantsoen VII slechts 629 I.E., of resp. 60% en 75% van het gemiddelde van 837 I.E. Wil men deze brood-dagen toch handhaven, dan ware in overweging te nemen, over te gaan tot het verstrekken van brood, dat rijker is aan Vitamine Bi. Voor dit doel is zeer geschikt het in het Zweed- sche leger gebruikte Krispbread, dat thans ook in het Duitsche leger wordt verstrekt onder den naam van Knackebrot en deel uit maakt van de noodrantsooenen der parachutisten. Door zijn laag watergehalte en zijn hooge waarde aan voedende bestanddeelen heeft men hiervan veel minder noodig bovendien blijft het zeer lang versch en knapperig en daardoor smakelijk (het kan zelfs meer dan 1 jaar worden bewaard en smaakt eenigszins naar rog gebrood). In plaats van 200 gram wittebrood behoeft hiervan slechts 145 gram te worden gegeven. In de rantsoenen VII en VIII zou men dus in plaats van 500 gram met 360 gram kunnen volstaan. Naast een groote verbetering voor wat betreft het Vita mine Bi-gehalte, de smakelijkheid en de duurzaamheid, is bo vendien de groote besparing in transportruimte van groot belang (100 140). Men zou de bereiding centraal kunnen regelen. Ook voor de Marine, op de kleine schepen, zou dit brood een aanzienlijke verbetering beteekenen. SAMENVATTING. Samenvattend kan dus worden verklaard, dat de besproken rantsoenen, behoudens v.w.b. het Vitamine A, meer dan voldoende voedende bestanddeelen leveren om de manschappen van een leger te velde in staat te stellen, zelfs bij een langdurige actie aan de zwaarste physieke eischen te voldoen. Ter verbetering van de hoeveelheid Vitamine A werd aanbe volen, de hoeveelheid bladgroenten te vergrooten, waardoor dan tevens een juiste voorziening met Vitamine C kan worden ge waarborgd. 12

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1942 | | pagina 8