9. STRATEGISCHE EN TACTISCHE METHODEN IN DEN
CHINEESCH-JAPANSCHEN OORLOG
door
R. POSTHUMUS,
Res.-Kol. tit. der Inf.
De huidige Chineesch-Japansche oorlog is belangwekkend door
de moderne hanteering (aan Japansche zijde) van groote troepen
eenheden voor strategische en tactische doeleinden en door de
manoeuvrevormen (aan beide zijden) welke, als gevolg van de
niet op de hoogte van den tijd zijnde bewapening en uitrusting,
nog op het Napoleontische peil en dat van den wereldoorlog van
19141918 staan.
Wat de manoeuvre betreft geeft deze oorlog voorbeelden van
strategische concentraties, strategische dekkingsgevechten en op-
marschen, van het gevecht (den aanval) op een breed front, van
de coördinatie van verschillende legeronderdeelen voor den aan
val op één object, van den frontaanval en de omvatting, de ver
volging en de uitbuiting van het succes, van vereenigde marine-
en legeracties en van de organisatie van den aan- en afvoer.
De Japansche strategie beoogde van den aanvang af, zoowel de
verovering van militaire objecten als het afsnijden van China's
militaire en economische aanvoerwegen. In dit opzicht was zij
ultra modern. Vooral in de laatste jaren werd het zwaartepunt op
het laatstgenoemde doel gelegd, omdat was gebleken dat het toe
brengen van beslissende slagen aan het militaire weermachtsappa
raat van China niet wel mogelijk was.
Bij landingen was het schema als volgt. Na verovering van een
bruggenhoofd, waarbij de tegenstand in den regel werd gebroken
door een tweede landing vèr in of achter de flank van de Chi-
neezen, werd flankeerend opgemarcheerd en de verdediger zoo
veel mogelijk in den rug aangevallen. Gebleken is dat slechte
terreinomstandigheden bij het landingspunt weinig invloed heb
ben uitgeoefend bij de uitvoering van landingen. De Japanners
hebben deze terrein-moeilijkheden als regel weten te overwinnen.
Vooral in het overschrijden van zwaar geïnundeerd terrein bleek
de Japansche soldaat bekwaam te zijn. Slechts de invallende
regens hebben in het lage, door kanalen doorsneden Chineesche
terrein, de operaties in den regel geheel tot stilstand kunnen
brengen.
70