Nu is: ~Tr)° - t) Pj P e~^' het getal e 2,7183, het grondtal van het Neperiaansche logarith- menstelsel, tot limiet. Voor groote waarden van P mag dus bij benadering worden ge schreven x P 1 e P"j of 5= 1 - e~ "P" Geeft men zich goed rekenschap van bovenstaande formule, dan beteekent p- de verhouding tusschen het aantal getroffen en het aantal aanwezige figuren, dus feitelijk de trefkans na n schoten. is niet anders dan het gemiddeld aantal treffers per figuur, dus de verhouding tusschen optredende dichtheid en vereischte dicht heid. Om dit in te zien, gaan wij uit van de aanname dat per figuur 1 treffer voldoende is om buiten-gevecht-stelling te veroorzaken, zoodat dus P ook beteekent, het minimum vereischte aantal tref fers, dus de vereischte dichtheid. Geeft men aan elke figuur de oppervlakte O, dan is na n treffers de optredende dichtheid p—q. P n P terwijl de vereischte dichtheid - bedraagt. Dus P.O P.O P.O n P m' Een vereischte dichtheid van 2,0 beteekent dus feitelijk niet anders dan dat de oppervlakte van elke figuur 0,5 m2 groot is. x Wordt p- door T voorgesteld, dan krijgt men tenslotte T (1 e- oflog (1 T) m.M. XVIII. 1 optredende dichtheid waarin dus m -. vereischte dichtheid M 0.4343 Voorbeeld. Het aantal kogels van een gk. bedraagt 200. Op 10, 20 en 30 m van het springpunt is het bestreken oppervlak resp. 100, 400 en 800 m2 groot. Hoeveel bedraagt bij een vereischte dichtheid van 2,0 de trefkans op die afstanden 113 X

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1942 | | pagina 14