kleeding een volkomen bevredigende, te velde bruikbare oplossing voor het vraagstuk heeft gegeven. In de navolgende hoofdstukken zal worden getracht, den lezer eenig inzicht te geven in het wezen van het vraagstuk en in de daarvoor gevonden oplossing. Hiertoe zijn eenige theoretische beschouwingen noodig op het gebied van de technische warmteleer die, zonder al te veel te kort te doen aan de volledigheid, zoo eenvoudig mogelijk zijn gehouden. In overeenstemming hiermede is getracht, de stof zoodanig te behandelen, dat zelfs met overslaan van de gegeven formules, cijfers en grafieken, een duidelijk beeld van het geheel wordt verkregen. Tenslotte is ten gerieve van degenen, die een dieper gaande studie van de behandelde stof willen maken, achterin deze ver handeling een korte literatuurlijst opgenomen de in den tekst tusschen haakjes geplaatste cijfers verwijzen naar de in die lijst vermelde bronnen. II. WARMTEHUISHOUDING VAN HET MENSCHELIJK LICHAAM. Het is een bekend feit dat een juiste werking van het menschelijk organisme binnen betrekkelijk nauwe grenzen 1° C.) gebonden is aan de handhaving van een individueel zeer bepaalde inwendige temperatuur, de z.g. lichaamstemperatuur. Zij bedraagt voor het gemiddelde individu normaal 37° C. Dit feit vaststellend, dienen we hier de vragen te beantwoorden, waardoor en hoe deze warm tegraad wordt veroorzaakt en gehandhaafd. A. Warmteregeling van het menschelijk lichaam. In het lichaam van levende wezens wordt voortdurend che mische energie omgezet in warmte opgenomen voedingsstoffen worden met behulp van ingeademde zuurstof langzaam verbrand (geoxydeerd)De snelheid dezer verbranding, d.i. dus de per tijdseenheid ontwikkelde hoeveelheid warmte, is evenredig aan de energie-behoefte van het lichaam, welke behoefte op haar beurt weer afhankelijk is van de mate waarin het lichaam in- en/of uitwendigen arbeid moet verrichten. De opgewekte warmte wordt o.m. benut voor de instandhouding van de lichaamstempe ratuur of warmtegraad van het lichaam. De tweede vraag luidt, hoè de warmtegraad van het lichaam, bij varieerenden warmtetoevoer, toch constant blijft. Het is bekend, dat de temperatuur van elk physisch lichaam alleen dan gelijk blijft, wanneer per tijdseenheid de warmtetoevoer gelijk is aan het warmteverlies. Daar de lichaamstemperatuur onder normale omstandigheden inderdaad constant blijft, zal het duidelijk zijn, dat het menschelijk lichaam beschikt over een of ander regelingsmechanisme, dat onder die normale omstandig- 126

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1942 | | pagina 27