heden het temperatuursevenwicht handhaaft. Het vermogen van dit mechanisme is echter begrensd, zoodat overschrijding onder abnormale omstandigheden van de regelingsgrenzen tot gevolg heeft, dat het temperatuursevenwicht wordt verstoord en de tem peratuur öf daalt, öf stijgt. (1) Ons interesseert in dit verband in het bijzonder het laatste geval en we vragen ons dus af, door welke oorzaken bedoelde verstoring van het evenwicht plaats heeft, en op welke wijze de oorzaken daarvan zouden kunnen worden weggenomen. Vooruitloopend op hetgeen terzake nader zal worden ontwikkeld, kunnen we e.e.a. principieel aldus formuleeren. Het menschelijk lichaam dient, om in conditie te blijven, een van verschillende omstandigheden afhankelijke hoeveelheid over tollige warmte op een of andere wijze aan de omgeving over te dragen. Deze omgeving bestaat in normale omstandigheden uit lucht en ruimte. De warmte-overdracht aan de omringende oneindige hoeveelheid lucht en oneindige omringende ruimte kan in meer dere of mindere mate worden belemmerd door allerlei lichaams bedekkingen, welke de beschikbare lucht en ruimte min of meer volkomen kunnen inperken tot het volume tusschen lichaam en bedekking. In sommige, uiterste gevallen, bijv. bij het dragen van gasdichte, dus lucht- en waterdampdichte, kleeding, wordt de overdracht van warmte zoo gering, dat de afvoer kleiner is dan de immer plaats hebbende toevoer uit het inwendige van het lichaam, met als resultaatwarmte-stuwing. Daar, zooals reeds is vermeld, lucht als een der voornaamste warmtetransportmiddelen dienst doet, is de oplossing van het vraagstuk in beginsel zeer eenvoudig. Wanneer we n.l. zorgen, dat de lucht in het gaspak voortdurend in staat blijft, af te voeren, zal warmtestuwing niet meer kunnen optreden. E.e.a. is op ver schillende manieren te bereiken. De methode die hier is toegepast, bestaat in het voortdurend vervangen of verdringen van de lucht in het gaspak, door lucht van betere warmte-kwaliteit. Dit noemt men ventïleeren. Bij de proeven, welke uiteindelijk hebben geleid tot de tech nische verwezenlijking van de theoretische oplossing van het vraagstuk, is dankbaar gebruik gemaakt van de resultaten van uitgebreide onderzoekingen, die op het zeer verwante gebied der „luchtbehandeling" (air-conditioning) zoowel in het buitenland als h.t.l. zijn verricht. Voor onze beschouwing ontleenen we aan de desbetreffende literatuur het navolgende. (2, 3) De uit het menschelijk lichaam af te voeren warmte wordt voor 10 a 15 door de longen en voor de rest door de huid afgevoerd, waarbij de huid door straling, geleiding, convectie en verdamping warmte overdraagt aan de omgeving. Deze begrippen vereischen eenige toelichting. Straling, waarmede hier warmtestraling is bedoeld, is een ver schijnsel, dat ieder natuurkundig lichaam vertoont, mits het een 127

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1942 | | pagina 28