oppervlakte 100 k. caloriën/uur bedraagt. Dit is het geval
voor het gemiddelde, rustende individu, in een niet te warme
omgeving 20° C).
Voor onze huid is nu
ti de bloedtemperatuur,
t2 de hmdtemperatuur, die zooals later zal blijken, veran
derlijk is.
Na dóórgang door de huid moet de warmte aan de omringende
lucht worden afgegeven. Bij deze afgifte treedt bij regelmatige
langzame strooming van de lucht langs het grensvlak van de huid,
in de grenslaag van de lucht (zeer dicht bij de huid) een tempe-
ratuursverval op, dat we (t2 t3) zullen noemen.
Voor dezen overgang huid grenslaag-lucht geldt de verge
lijking
q (t2 t3). a (2)
waarin q dezelfde waarde heeft als in vergelijking (1)terwijl
t3 de temperatuur van de lucht,
a den warmte-overgangscoëfficient.
De vergelijkingen (1) en (2) gaan echter in werkelijkheid voor
de huid niet zonder meer op. Bij het menschelijk lichaam n.l. is,
al of niet door wisselwerking van bepaalde in- en uitwendige
invloeden,
le. de huid niet homogeen van samenstelling,
2e. de huiddikte „denkbeeldig", althans „on- ^rbikis
stoffelijk veranderlijk", anderilJk ls>
3e. de warmte-geleidingscoëfficient veranderlijk,
4e. de warmte-overgangscoëfficient veranderlijk.
Voor de huid n.l. hangt de waarde van d af van de doorstroo
ming van het bloed en van de plaatselijke samenstelling van het
weefsel, is X onder meer afhankelijk van haar vochtigheid en van
den graad van samentrekking van het weefsel, terwijl de grootte
van den warmte-overgangscoëfficient a wordt beïnvloed door den
toestand van de huidoppervlakte (uitzetting of inkrimping van de
huid, vochtigheid ervan).
De door physiologische factoren, dus van binnen het lichaam
uit, veroorzaakte verandering in de waarde van d, X en a treedt
slechts op, wanneer t3, d.i. de luchttemperatuur, stijgt boven, om
de gedachte te bepalen, 20° C.
Grafisch is de warmtedoorgang door een plaat en door de huid
weergegeven in fig. 1, resp. fig. 2.
Beschouwing van de figuren 1 en 2 levert de volgende gezichts
punten op.
1. Zie fig. 1.
Stelt men de voor den warmtedoorgang door een homogene
warmte geleidende plaat geldende vergelijkingen (1) en (2) naast
elkaar, derhalve
129