HIER RUST H. J. SNOEK GEBOREN TE GRONINGEN OVERLEDEN TE GIANJAR AAN ZIJNE OP DIEN DAG BEKOMEN VERWONDINGEN IN KAMPONG GELGEL OP 17en APRIL 1908 Aan de krijgsverrichtingen tegen Den Pasar in September 1906 werd deelgenomen door het 11e, 18e en 20e Bataljon Infanterie, een marine-landingsdivisie, benevens eenige cavalerie, artillerie en genie. Na en tijdens een op onregelmatige tijdstippen in den loop van 16, 17, in den nacht van 19 op 20 en in den morgen van 20 September door de artillerie en scheepsgeschut afgegeven bom bardement, werd op 19 September van de kust tot halverwege Den Pasar opgerukt. De aanval op deze plaats en op Pametjoetan had den 20sten plaats. Aangezien het 20ste Bataljon Infanterie op laatstgenoemden dag de reserve vormde en den trein dekte, moet worden aangenomen dat de gesneuvelden behoorden tot Inf. XI en Inf. XVIII. Nadere gegevens terzake of omtrent de plaats en de handeling, waarin zij vielen, staan niet ten dienste. Het gevecht te Gelgel vormt een episode uit de actie in de negara Kloengkoeng in 1908. Eind 1907 deden geruchten de ronde, dat de voorgenomen invoe ring van de opiumregie in de landschappen Karangasem, Kloeng koeng en Bangli op verzet zou stuiten. Deswege werden op 15 Maart 1908 te Karangasem 1% en te Gianjar 1 compagnie infanterie gelegerd, afkomstig van Java. Een af deeling van laatstgenoemde compagnie, sterk 65 man onder kap. van Nues, marcheerde op 13 April naar Kloengkoeng met opdracht, voor machtsvertoon in de gelijknamige negara te patrouilleeren. Reeds op den 14den tijdens een tocht door het gebied o. van laatstgenoemde plaats bleek, dat vnl. te Gelgel, woonplaats van een ons na de expeditie van 1906 nog steeds zeer vijandig ge zinden poenggawa, verzet kon worden verwacht. Nadat een op 15 April ten nw. van Kloengkoeng patrouilleerende af deeling niets bijzonders had opgemerkt, besloot kap. van Nues, den volgenden dag weder Gelgel te doen bezoeken. In den vroegen morgen van den 16den marcheerde luit. Hare maker met zijn patrouille in z. richting af. Al spoedig stuitte hij op gewapend verzet. Hoewel de vijand aanvankelijk werd terug gedreven, nam hij zoodanig in sterkte toe, dat de patrouille-com mandant besloot, langzaam in de richting van Kloengkoeng terug te trekken. Daarbij raakte luit. Haremaker met 6 fuseliers gewond, ztijn toestand bleek zoodanig te zijn hij had een buikschot ge- 102

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1942 | | pagina 3