148
door voor dit type schepen een nog niet overtroffen bewegingsvrijheid wordt verkregen, nl.
9.000 mijl met een snelheid grooter dan 30 mijl.
De teekeningen van de laatste zeven schepen wijzen op een verbreeding der dekken,
waardoor hun sterkte als „fundatie" voor zware kanonnen wordt verhoogd. Werd tot
nu toe bij den bouw van zware schepen rekening gehouden met de 110 voet breede
sluizen in het Panamakanaal, omdat de nieuwe schepen niet eerder gereed zullen zijn
dan de voorgenomen bouw van een derde stel sluizen (medio 1946), welke 140 voet
doortocht zullen hebben, kon deze restrictie worden losgelaten. De vliegtuigmoedersche
pen Lexington en Saratoga zijn, en de schepen der fotoo-klasse worden nl. 108 voet breed.
Als alle 17 nieuwe schepen in dienst zijn gesteld, zullen deze zonder twijfel, te za-
men met de andere elf grootste eenheden, in een nieuwe slaglinie worden gegroepeerd.
Tot dien tijd zal de Washington waarschijnlijk de kern vormen van een snelle en krach
tige offensieve groep, gesteund door vliegtuigmoederschepen en geschikt voor het zelf
standig uitvoeren van opdrachten dan wel, in een gevecht, den tegenstander in de flank
aan te vallen.
Kruisers.
In April 1941 waren 18 zware en 19 lichte kruisers in dienst.
Nog vóórdat de termijn, door de Washington-conf eren tie gesteld, was verstreken, de
monstreerden de Duitsche „vestzakslagschepen" (bewapend met 11 inch kanons en door
hun 26 mij Is vaart in staat gesteld, ieder slagschip, waartegen ze niet opgewassen zouden
zijn, te ontloopen) duidelijk de voordeelen van dit tusschen kruiser en slagschip staand
type.
Dus begonnen Frankrijk, Duitschland en Italië een bewapeningswedstrijd in kleinere
slagschepen tot 35.000 ton, waarvan de nieuwere weer superieur waren boven een voor
gaand type.
Ook Japan begon aan dezen wedstrijd mee te doen. Niettegenstaande Japan s pogingen
om zijn vlootprogram geheim te houden, lekte het toch uit, dat behalve het nieuwe slag-
vlootprogramma, 4 vestzakslagschepen van 12.000 tot 15.000 ton in aanbouw waren gegeven.
Door den aanbouw van 54 kruisers zal Amerika in deze categorie van schepen geheel
voorbereid zijn, het tegen andere landen op te nemen.
Deze 54 kruisers kunnen in vier groepen worden ingedeeld.
Ie. 32 kruisers van 10.000 ton bewapend met 6 inch geschut
2e. 8 lichte kruisers van 6.000 ton, waarschijnlijk een overgangstype vormend tusschen
jagers en kruisers zooals vestzakslagschepen de overgangsvorm zijn tusschen kruisers
en slagschepen
3e. 8 zware kruisers van 13.000 15.000 ton, bewapend met 8 inch batterijen en tevens
zwaarder bepantserd dan de zg. conventie-schepen
4e. 6 slag-kruisers van 20.000 ton, groote snelle schepen, bewapend met 12 tot 14 inch
geschut. Per schip zijn de kosten op 70 millioen dollars geraamd.
Men verwacht dat deze schepen zonder moeilijkheden met Duitsche en Japansche
vestzakslagschepen, zoomede met de 26.000 tons Fransche (Dunkerque en Strassbourg) en
Duitsche Schamhorst en Gneisenau) slagschepen kunnen afrekenen.
Deze 20 000 tons kruisers zijn geschikter voor operaties in nauwe vaarwaters en voor
tochten dicht onder den wal, dan de zware schepen en kunnen gebruikt worden of om de
sterkte van de Atlantische vloot op te voeren óf als „kern" óf als snel onafhankelijk
aanvullend smaldeel. Dit model schip is voor de Amerikaansche marine overigens geheel
nieuw.
Jagers.
Amerika heeft thans 160 jagers in dienst. De te bouwen jagers van 1.500 tot 1.630
ton, te zamen met een aantal flottieljeleiders van 1.850 ton, zijn uitgerust met lanceer -
buizen en 5 inch bewapening.
De 74 stuks „wereldoorlog-klasse" hebben slechts een 4 inch bewapening.
Terwijl de oudere jagers te licht en te zwak zijn om voor een moderne vloot van eenig
nut te kunnen zijn, zijn zij echter uitstekend geschikt voor patrouille- en convooi-diensten.
De in 1940 op stapel gezette eenheden zijn grooter en naderen het kruiser-type. Van
zulke eenheden zijn besteld
121 schepen van 2.100 ton
68 1.700 en
4 kleiner formaat.