zonder dat behoefde te worden gevreesd, dat de berekende hoeveel
heid munitie onvoldoende zou zijn.
Veel zuiniger zouden we kunnen zijn indien het mogelijk ware,
de juiste momenteele ls50 vast te stellen. Dan toch zouden wij ook
de juiste waarde voor f kunnen bepalen en precies de strooimaat
vastleggen, een en ander afhankelijk van het aantal afstanden
waarop moet worden geschoten (zie staat VIII). Practisch is dit
echter niet mogelijk. Vandaar dus dat bij de bepaling van de
f-waarde rekening moet worden gehouden met een zekere variatie
in de spreiding. De op een dergelijke basis berekende hoeveelheden
projectielen zullen in de normaal voorkomende gevallen voldoende
zijn. Is op een gegeven moment de spreiding zeer gunstig, dan is
deze hoeveelheid te groot en zou met minder kunnen worden vol
staan, doch hoeveel minder weet men niet. Wel echter is het van
belang dat men weet, dat het vuur effectiever is gewordeneen
middel om dit in sommige omstandigheden te bereiken, heeft men
in de hand. Immers, het spreidingsbeeld van een met 1 kanon af
gegeven bepaald aantal schoten is altijd veel gunstiger dan het
beeld, hetwelk men verkrijgt wanneer hetzelfde aantal schoten
uit 4 vuurmonden wordt afgegeven. Heeft men dus bv. een smal
doch diep doel, waarop met geconcentreerde richtlijnen zou moeten
worden geschoten op de afstanden x, x 100, x 200 enx-f 300,
dan geschiedt zulks normaal zoodanig dat de geheele batterij (4
van de benoodigde munitie op elk der afstanden afgeeft. Indien
men thans echter eiken vuurmond op een anderen afstand laat
schieten, worden voordeelen verkregen
lste. Het spreidingsbeeld op eiken afstand is gunstiger, dus het
vuur wordt effectiever.
2de. Het vuur wordt sneller en gemakkelijker afgegeven daar het
verstellen van den opzet voor een volgenden afstand achter
wege kan blijven.
3de. Het geheele doel wordt ineens van voor tot achter onder vuur
genomen.
Het co. zal geen moeilijkheden opleverenin stede van„Af
stand x, 100 m vooruitgaand 3 maal, snelvuur ij schoten", zou het
kunnen luiden„eerste stuk afstand x, tweede stuk afstand x
100 enz. snelvuur ij schoten" of, indien een nieuw begrip
„puntvuur" wordt ingevoerd „afstand x, puntvuur 100 m, ij
schoten".
Dat deze wijze van vuren vermoedelijk ook geen bezwaren met
zich zal brengen, moge in het navolgende worden aangetoond.
3. De invloed van breedte- en lengtever deeling.
Een nadere beschouwing van staat XVIII leert ons dat aan een
bepaalde dichtheid een zekere breedtewerking vast is verbonden.
In sommige omstandigheden heeft het dus geen zin, een waaier
te vormen. Is het doel bv. 32 m breed en op 1000 m afstand ge
legen, dan zou volgens het oude V.s. art. I een waaier moeten
108