Berekening.
Deze uitkomsten spreken boekdeelen. Ondanks het feit dat op
10 m van het springpunt de vereischte dichtheid nog wordt bereikt,
mag niet worden verwacht dat ter plaatse meer dan 64% van de
doelen buiten gevecht is gesteld.
De vuurleider zij bij het vaststellen van zijn scherf- c.q. kogel
dichtheid indachtig aan bovenvermelde regelen.
7. Slotbeschouwing.
Het behoeft geen nader betoog, dat de boven aangegeven zeer
globale opzet ingrijpende wijzigingen in de betreffende reglemen
ten en voorschriften medebrengt. Deze beginselen behoeven een
langen tijd van rijpe overweging en grondige practische beproe
ving. Zij zullen meer van den vuurleider eischen en men zal in
den beginne er wellicht afwijzend tegenover staan, maar gezien de
te bereiken resultaten, zijn zij zeer zeker het overdenken en een
practische beproeving ten volle waard.
Voor wat betreft het scherfprojectiel is reeds veel in de nieuwe
voorschriften verwerkt. Het behandelde onder „de f-waarde van
granaatkartetsen" is nieuw. Alsnog zou kunnen worden overwo
gen in hoeverre practische toepassing gewenscht is.
Wij vermeenen, dat deze studie een goeden grondslag zal kunnen
vormen voor het verkrijgen van een beter inzicht in het vaak ver
sluierde hoè en waarom van ons schieten. Zij wijst een weg, hoe
nieuwe projectielen moeten worden beproefd om daarna aan de
hand van de uitkomsten van deze proeven regels vast te leggen
omtrent het gebruik ervan, zoodoende de details van de schiet-
regels vastkoppelend aan de eigen vuurmonden en aan de eigen
schappen van onze eigen projectielen.
(Slot.)
114
a. afstand
10
20
30
b. bestreken oppervlak
100
400
800
c. optredende D 200 b)
2.0
0,5
0,25
d. m c 2)
1.0
0,25
0,125
e. m.M
0,4343
0,1086
0,0543
f. log (1 - T)
9,5657— 10
9,8914—10
9,9457 10
g. 1 - T
0,3595
0,7788
0,8825
h. T
0,6405
0,2212
0,1175
i T in
64,05
22,12
11,75