7. DE AMERIKAANSCHE VLOOT.
Daar ons aller belangstelling thans blijft uitgaan naar de vloot van onzen
bondgenoot Oom Sam, ontleenen wij het volgende aan het gelijknamige ar
tikel, verschenen in Zeemacht van 15 December j.l., hetwelk door den gep.
Havenmeester le klasse A. J. v. d. Boon werd bewerkt naar Foreign Policy
Reports, April/Mei 1941.
H6
De voorgenomen enorme uitbreiding der vloot is niet slechts het gevolg van de
politiek der z.g. „twee-oceanen vloot", doch vloeit mede voort uit het feit dat sedert 1922
Amerika niets ten koste heeft gelegd aan geleidelijke materieel-vernieuwing zooals bij
andere marines wel het geval is geweest. Het was echter opzet, in een 10-jarig plan,
eindigend 1948, de vloot op peil te brengen. De oorlog moest dit program belangrijk doen
versnellen.
Een der aangenomen oorlogswetten sanctionneertten le. den aanbouw van 22 vlieg
dekschepen, kruisers en onderzeebooten gaf ten 2de den President bevoegdheid voor aan
schaffing van 75.000 ton aan hulpschepen zoomede ten 3de het opvoeren der luchtmacht
van 3000 tot niet meer dan 4500 toestellen. Gelet echter op de successen der Deutsche
luchtvloten in Europa, werd in Juni 1940 het maximum aantal van 4500 vliegtuigen ver
hoogd tot 10.000 toestellen, terwijl 16.000 piloten in opleiding zouden komen vervolgens
zou ruim 144 millioen aan het aanleggen, dan wel verbeteren van vlieghavens mogen
worden besteed.
Het principe eener „twee oceanen vloot" (dit omvat het verkrijgen van volledige
bewegingsvrijheid in een der beide oceanen, waarbij dan voldoende reserve voor verde
diging in de andere overblijft), gestimuleerd door een vooruitzicht eener as-overwinning,
met als gevolg daarvan een zeeoorlog om en in den Atlantic en den Pacific, deed het
Congres een program goedkeuren, waarbij de vechtwaardige tonnage extra met 70% van
de voorheen toegestane tonnagevermeerdering werd verhoogd in cijfers bedraagt deze
vermeerdering 1.325.000 ton. Bovendien werd de grens voor aanschaffing van 10.000 vlieg
tuigen verlegd naar 15.000 toestellen, met de autorisatie bovendien, om, zoo noodig, dit
vliegtuigprogram nog uit te breiden tenslotte voteerde het Congres nog extra 100.000 ton
voor allerlei soorten hulpschepen.
De Amerikaansche vloot in den Pacific is onderverdeeld in drie hoofdgroepen nl.
1. de gevechtsvloot
2. de patrouillevloot
3. de basesverdediging
1. De gevechtsvloot omvatslagschepen, lichte kruisers, torpedobootjagers, vliegdek
schepen en andere typen.
2. De patrouillevloot omvat hoofdzakelijk zware kruisers, onderzeebooten en lange
afstandvliegtuigen, opereerend van een landbasis uit, dan wel van volledig uitgeruste
vliegdekschepen.
3. De basesverdediging omvat allerlei hulpmaterieel voor de zeegaande vloten teneinde
deze tot activiteit in staat te stellen.
De afstand van Amerika tot zijn potentieele vijanden en het gemis van meerdere
eerste rangs vlcotbases, maakt het noodzakelijk dat de vloot tot in de puntjes is uit
gerust. Ieder schip vertegenwoordigt dan ook een compromis tusschen snelheid, afstand,
aanvallend en verdedigend vermogenuitgezonderd door technische verbeteringen en
meer waterverplaatsing is het duidelijk dat deswege een verbetering van het eene
onderdeel, een vermindering van het andere tengevolge zal hebben.
Als regel zijn de Amerikaansche schepen meer op bewapening en radius dan op
snelheid gebouwd. Met behoud van de overige kwaliteiten, zullen de nieuwe groote sche
pen uitermate snel worden. Daardcor wordt geacht dat de vloot, schip voor schip, supe
rieur is in kracht en ongeëvenaard in geveehtswaarde op verren afstand van haar basis.
Door een indrukwekkend aantal hulpschepen kan de zeegaande vloot, wat herstellingen
betreft, vrijwel zich zelf helpen, terwijl het kleinere materieel zijn actieradius heeft ver
lengd door een perfectionneering van het bunkeren in open zee.