72 Yan den pretendent had men hier in Tjelala niets vernomen. In verband met deze berichten werd besloten te trachten de gampóng van Tjoet Nja* Din bij nacht te verrassen. Bij den afmarsch van Tjelala te 7 uur v. m. werd luitenant Scheepens met eene brigade achtergelaten met de opdracht zich gedurende één uur verscholen te houden in een der huizen van het bivouak. Deze brigade legde een gewapende neer. Zij had meer succes kun nen hebben, indien men niet te veel van het geluk had -ver wacht. De brigade had nog niet lang gewacht, toen zij waar nam, dat zes G-ajö's met geweren, waaronder een hoofd, onder het nevenstaande huis gingen om van daar, luid pratende en andere Gajö's toeroepende, weer uit het gezicht te verdwijnen. Daarna hoorde de brigade in de sawah luid gillen en verscheidene schoten vallen, alsof men elkander op die wijze wilde waar schuwen. Toen de brigade uit het huis te voorschijn trad, kwam juist weer een gewapende de gampóng inloopen. Deze werd neergelegd, waarop vele lieden over de sawah vluchtten. Het pad naar Beutong was niet gemakkelijk te vinden. Het loopt aanvankelijk gedurende eenige uren door de bedding van de Wöih-ni-Tjëlala en overschrijdt daarna de waterscheiding van de Peusangan- en Meureubo-rivieren. Te 3 uur n. m. stootte de spits plotseling op een met blanke wa pens loopenden Atjeher, die overbluft bleef staan en zich overgaf. Bij eene bocht van het pad ontwaarde de spits daarop nog twee Atjehers die op het zien van de soldaten op de vlucht sloegen. Een van de twee werd neergelegd, doch de andere ontkwam na zijne wapens en bagage te hebben weggeworpen. Te 5 uur n. m werd op het hoogste punt van de water scheiding bij eene G-ajö'sche rustplaats het bivouak betrokken. Water was in de nabijheid aanwezig in een paar kuilen, ver moedelijk drink- en badplaatsen van wilde dieren. De arrestant beweerde iemand te zijn van Peureumeuë, die in Beutong gehuwd was. Hij deelt mede, dat men in Beutong en Boven-Seunagan verhaalt, dat de pretendent bij Lènang is gesneuveld en dat dit bericht uit Isa* is gekomen door lieden van Boven-Seunagan, die daar tabak gingen opkoopen en sedert terugkwamen. Behalve de pretendent waren nog ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 104