74 Een kleine waterscheiding overtrekkende kwam men in de bed ding van de Aloeë Raja, welke stroomopwaarts werd gevolgd, totdat het pad de waterscheiding overschrijdt met de Kroeëng Beutong. Voordat het water werd verlaten, werd gelegenheid tot koo- ken gegeven. Te 4 uur n.m. betrok de colonne een bivouak op een top hoven Beutong, vanwaar door de hoornen de kale heuvels aan de rivier waren te zien. Het aanleggen van vuren en kooken werd verboden. Den geheelen dag regende het. 11. November. Middernacht daalden zes brigades met een gedeelte van de ambulance onder mijn bevel naar Beutong af. De twee overige brigades kregen opdracht bij het aanbreken van den dag met den trein en de opnemers te volgen. Daar het volkomen duister was en het pad zeer steil naar beneden liep, vorderde de marsch niet snel. Te 5 Vi uur v-m- was de geheele gampóng van Tjoet Nja* Din evenals het een weinig bovenst-rooms gelegen huis van T. Rajeu' Nanta omsingeld. Daar alles volkomen rustig bleef en. de kippen en schapen onder de huizen aanwezig waren, zoodat vermoed werd, dat men in de gampöng nog niet wakker was, werd één salvo door de huizen gegeven. Thans eerst bleek, dat alles verlaten was. Toen de dag goed aangebroken was, bleek bij het doorzoeken der huizen, dat men vermoedelijk gisteren de huizen had verlaten Eene vrij groote hoeveelheid rijst lag in verschillende woningen. Ook de naburige gampöngs waren verlaten, terwijl men alle rotan hangkabels over de thans ondoorwaadbare rivier had doorgekapt. Eene der uitgezonden patrouilles zag slechts een gewapende, die werd neergelegd. Nadat te 9 uur voormiddag ook de twee achterste brigades met den trein en de opnemers waren aangekomen, werd het bivouak betrokken in de gampóng van Tjoet Nja' Din. Opvallend rein en zindelijk was het daar, terwijl overal bij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 106