77
Eene andere afdeeling onder den onderluitenant Christoffel
vond in het gebergte wederom eene schuilplaats, legde een
gewapende neer, nam twee mannen gevangen en maakte eene
groote hoeveelheid rijst buit.
Eene derde patrouille ter sterkte van eene brigade vond aan
de overzijde van de rivier eenige verlaten schuilplaatsen aan
den weg naar Isa* en arresteerde in meunasah Meurandéh een
gewapende uit Boengöng Talöë.
Sommige gevangenen beweren nu, dat Tjoet Nja* Din naar
Seunagan is gevlucht en dat daarom alle rotanbruggen zijn
doorgekapt.
Vermits andere gevangenen volhouden, dat zij naar Pameuë
moet zijn en begonnen is met te vluchten naar Aloeë Tö*
Moelé, zal nogmaals in die richting worden gezocht.
15 November.
Nogmaals rukt Luitenant Jhr. Boreel uit met eene afdeeling van
twee brigades om het dal van de Aloeë Tö* Moelé af te zoe
ken, doch wederom wordt niets gevonden.
Eene andere afdeeling onder bevel van Luitenant Scheepens
verraste weder eene schuilplaats en arresteerde één man, vier
vrouwen en vijf kinderen, die afkomstig zijn van Djagöng, ge
legen tusschen Boengöng Talöë en Isa*
Onder alle arrestanten is niemand te vinden, die den nieuwen
weg naar Pameuë weet te wijzen. Hierbij nog genomen de on
zekerheid omtrent den afstand Pameuë-Pidië of Pameuë- Sa-
malanga, deden mij besluiten tot den terugkeer over Kila naar
Meulaböh.
Voor de troepen en dwangarbeiders wordt het hoog noodig,
dat zij weder naar huis gaan.
De rijstvoorraad is meer dan voldoende aangevuld, zoodat
morgen kan worden afgemarcheerd met 3 dagen bij den man
en 5 dagen bij den trein, terwijl er dan nog rijst rest voor
vele arrestanten, die in Beutong zullen worden achtergelaten.
Slechts Gajö's en Ma* Aris zullen worden medegevoerd.
16 November.
Ten 7 uur voormiddag werd het bivouak verlaten en langs