- 81 werd na een kwart uur zoeken door eenige dwangarbeiders we der opgevischt. Te 5\ uur namiddag betrok de colonne onder stortregens, die den geheelen nacht aanhielden, het bivouak in de gampöng Padang. 21 November. Te 7 uur voormiddag rukte het geheel over Djeuram naar Paja Oedeuëng. Aanvankelijk vielen er nog een paar schoten van de overzijde, doch zoodra het gebied van T. Marah Poetéh was bereikt, zweeg het vuur geheel. T. Djoehan maakte zijne opwachting. Door de zware regens was de rivier gezwollen en beweerden de Atjehers, dat het op dit oogenblik niet zou gelukken de rivier over te gaan. Even bovenstrooms van de stroomversnelling bij de waad bare plaats gelukte het aan eene groep om half zwemmende de rivier te doorwaden. Nadat ik zelf was overgegaan werd het tee- ken gegeven, dat de geheele colonne kon volgen. Daar het water tot over de borst kwam en de stroom zeer sterk was, moet het verwondering baren, dat het aan de dwangarbeiders gelukte, om de gewonden en de goederen droog over te brengen. Slechts enkele kleinigheden gingen in den stroom verloren. De afstand Paja Oedeuëng-Peureumeuë werd langs den nieuwen weg over Poetje* Reudeuëp in 3 uur 10 minuten afgelegd. Bij Peureumeuë was de bevolking behulpzaam om de co lonne in drie sampans de bandjirende rivier over te zetten. De overtocht vorderde 3 uren, zoodat het geheel eerst te 5 uur namiddag in bivouak was vereenigd in het huis van Sajjèt Paneu' bij de Keudé. Door de tusschenkomst van Teungkoe Bè kon onmiddellijk een bericht aan den controleur van Meulaboh worden afgezon den om de aankomst van de colonne te melden en met verzoek om zoo mogelijk ter reede liggende schepen aan te houden. Gedurende den avond regende het. 22 November. Langs den colonneweg werd Meulaböh te 12 uur 's middags bereikt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 113