3 -en in Tientsin door onderofficieren. Aan de militaire school voor de Marine waren de vreemde instructeurs meestal Engelschen. Dat de Chinees als soldaat lang niet ongeschikt is, wordt ook beweerd door de Engelsche officieren van het Wei-lia-wei regi ment en het feit, dat men Chineesche troepen tegenover hunne landgenooten in Noord-China in het veld durfde brengen, getuigt hier wel voor. Ik ben er echter niet zeker van, of men daarmede niet wat te voorbarig is geweest, want de geoefendheidalthans van de manschappen der compagnieën in Tientsin scheen mij nog te veel te wenschen over te laten om met zulke militairen te velde te kunnen gaan. Op mijn vraag aan officieren van de Duitsche Seebataljons of men er bij hen niet aan dacht naast de Duitsche korpsen in Kian- tchauChineesche korpsen op te richten, kreeg ik ten antwoord, dat zoover men wist, daarvan nog nimmer sprake was geweest. Van de vreemde legers in Chinamaakte het Duitsche op mij ■den besten indruk, niettegenstaande de kleeding er weinig toe bijdroeg om de menschen een gunstig militair voorkomen te geveh en men hier te doen had met korpsen, waarvan •officieren en minderen getrokken waren uit het geheele Duit sche leger en deze eerst op het oogenblik van embarkement te Kiel bijeengebracht waren, zoodat er in die korpsen aan vankelijk nog weinig eenheid kon zitten. Bij de degelijke in- ■dividueele opleiding, welke elk man toonde genoten te hebben, zou die eenheid er echter spoedig genoeg in komen. Het scheen, alsof elk soldaat, hier, waar hij onder collega's van zoo menig vreemd leger was, er prijs op stelde zich zoo gunstig mogelijk voor te doen en te toonen hoe hoog zijn leger staat. De discipline onder de Duitschers vond dan ook slechts hare weerga in die onder de Japanneezenevenals detachementen Duitschers nimmer nalieten om bij het voorbijgaan van vreemde superieuren de „Paradeschritt" enz. aan te nemen (de Japan neezen maakten halt) zooals men het voor eigen chefs zou doen, zouden de alleen op straat loopende Duitsche militairen ook nooit verzuimen aan hoogergeplaatste vreemde militairen de eerbiedsbetuigingen te geven, die zij aan de ranggenooten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 11