- 5 Hoog Edel Gestrenge beschreef mij de Perzische paarden in het algemeen als volhardend, doch veelal nukkig en koppig. Veel vertrouwen in een remonteering in Perzië had deze autoriteit blijkbaar niet en vermeende dienaangaande niet gunstig te mogen adviseeren. Den 24en Januari arriveerde ik te Freemantle en aangezien de stoomer aldaar ruim 24 uur zoude blijven liggen, achtte ik het in het belang mijner zending van dezen tijd gebruik te maken, tot verkrijgen van zooveel mogelijk inlichtingen omtrent den paardenstapel in West-Australië, ten einde na te gaan, wat daar van voor de remonteering van het Indische Leger zoude te ver wachten zijn. Vooral de nabijheid van de N. havens dezer kolonie tot Javadeed mij een en ander van belang voorkomen. De consul der Nederlanden voor West-Australië, de Heer L. Demel te Freemantle, verleende mij alle mogelijke hulp en introduceerde mij onder meer bij den Heer Francis Connereen der leden van de zeer bekende firma ConnerBoherty Dursch Ltd. De Heer Conner staat bekend als een goed paardenkenner en was daar door in staat mij betrouwbare gegevens te verstrekken. Veel aan paardenteelt wordt in het algemeen in West-Australië niet gedaan; de meest voorkomende paarden zijn brumbies of wilde paarden, welke vrij algemeen gebruikt worden en zeer volhar dend schijnen te zijn. Het „wild zijn" dezer paarden valt nogal mede en in ieder geval worden zij volkomen handelbaar afgele verd. Als cavaleriepaard raadde de Heer Conner deze brumbies niet aanhij was echter genegen dit paardensoort, en wel van de beste klasse, bij contract aan het Indische Gouvernement te leveren, doch met keuring in West-Australië, bij voorkeur te Freemantle. De prijs zoude zijn geleverd te Freemantle 10 per stuk. De overvoer dezer paarden naar Javawaarmede de firma zich ook wilde belasten, zou op 10 per paai^komen te staan, zoodat de brumbie, afgeleverd te Batavia of elders, het Gouver nement f 240 zoude kosten. Voorts vermeende hij echter per jaar niet meer dan hoogstens 200 stuks te kunnen leveren, voldoende aan alle gestelde eischen. Het was den Heer Conner echter niet mogelijk mij eenige brumbies te doen zien, tenzij ik met hem het binnenland wilde ingaan, waartoe mij echter de tijd ontbrak.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 125