7 gedeeld, hebben de brumbies dan ook in Zuid-Afrika als cava- leriepaard niet voldaan. Na het bovenstaande moge het duidelijk zijn, dat de kolonie West-Australië geen bron is, waaruit de Nederlandsch-Indische cavalerie ooit zoude kunnen remonteeren. Deze kolonie kan dan ook verder buiten beschouwing blijven, evenals de ko lonie ISiieuw-Zeeland. Laatstgenoemde kolonie toch, verschilt dusdanig in klimaat met onzen Archipel, dat het algemeen als een waagstuk wordt beschouwd, paarden van daar te impor teeren. Bovendien wordt in Nieuw-Zeeland weinig of geen werk gemaakt van poniefokkerij. Den 25™ Januari vertrok ik, na te Freemantle te zijn terug gekeerd, naar Melbournealwaar ik den 30en Januari arriveerde en nog dienzelfden dag mijne opwachting maken ging bij den Consul-Generaal der Nederlanden voor Australië en bij den consul voor de kolonie Victoria. Eerstgenoemde autoriteit raad de mij ten ernstigste aan te Melbourne te debarkeeren en de reis van daar naar Sydney over land voort te zetten, daar bij het voorkomen van een nieuw verdacht pokkengeval, zooals zich bereids aan boord had voorgedaan, ik onherroepelijk drie weken in quarantaine zoude moeten gaan, hetgeen niet in het belang mijner zending kon worden geacht. Ik heb vermeend dezen raad te moeten opvolgen en ben daarop den volgenden dag per nachttrein naar Sydney vertrokken, alwaar ik den jen Februari arriveerde en mij in verbinding stelde met den Heer Palingsvice-consul en waarnemend consul der Neder landen voor N. Z. Walesalsook met den Heer G. Kiss. Deze woont op de station Clydesdale bij Riverstone, ongeveer 16 mijlen van Sydneyalwaar hij zijne paarden in paddocks verzamelt en zich ook eenigermate met fokken bezig houdt. Op voorstel van den Heer Kiss bezichtigden wij den volgenden dag [Zondag] de voornaamste renstallen te Randwicktenein de mij een overzicht te geven over het Australische volbloed [thourough bred], hetwelk een grooten invloed op de poniefokkerij uitoefent. De paarden, welke ik aldaar zag, alsook later op de groote Autumn Meeting in de Flamington Kace Court bij Melbourneschonken mij de overtuiging, dat het Australische volbloed niet voor het Engelsche behoeft onder te doen en na

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 127