12
men zelfs paddocks van 10 mijlen in het vierkant aantreft, den
veulens ruimschoots gelegenheid gevende zich mijlen ver te be
wegen, zoodat dan ook beweerd wordt, dat een N. Z. Wales
paard even gemakkelijk 3 mijlen aflegt, als een Victoria paard
1 mijl.
Voorts is het terrein in N. Z. Wales meer geaccidenteerd
dan in elk der andere koloniën en het is wederom in dergelijke
terreinen, dat de spieren het meest tot ontwikkeling komen.
Hiermede wil ik natuurlijk niet beweren, dat in Victoria geen
heuvel- dan wel bergterrein wordt gevonden; doch, waar men
dit soort terrein aantreft, is het in den regel zwaar begroeid,
zoodat het geen gelegenheid aanbiedt geschikte paddocks aan te
leggen. In N. Z. Wales daarentegen zijn de terreinen meer
begroeid met ver uit elkander staande boomen, waar tusschen
de paarden zich gemakkelijk kunnen bewegen. Met betrekking
tot het klimaat zij opgemerkt, dat dit in Victoria aanmerkelijk
vochtiger is dan in N. Z. Waleshetgeen volgens ervaren fok
kers geen gunstige factor voor het opgroeien der veulens schijnt
te zijn. Wat nu verder het soort der gefokt wordende paarden
betreft, zou houdt zulks weder verband met de behoeften dei-
bevolking. De kolonie Victoria nu is meer een melkland, N. Z.
Wales daarentegen een cattleland en het is voor het drijven van
deze cattle [slachtvee] over groote afstanden, door alle terreinen,
dat men rijpaarden behoeft, terwijl men het melkvee, grazende
in de vlakke en kleinere paddocks zeer gemakkelijk uit een wa
gentje kan bezichtigen en controleeren. Weet men nu voorts, dat
ieder Australiër bij voorkeur in een wagentje gaat zitten, instede
van te paard te rijden, zoo moge het duidelijk zijn, dat de be
volking van N. Z. Wales zich meer toelegt op het fokken van
rijpaardendie der kolonie Victoria daarentegen meer op het
fokken van wagenpaarden.
Wat nu de kolonie Queensland betreft, zoude deze staat, met
betrekking tot het boven opgesomde, voorzeker het beste met
N. Z. Wales kunnen concurreeren, ware het niet, dat voor po-
niebreeding een koel klimaat schijnt benoodigd te zijn.
In de warmere streken, en Queensland is voor een groot ge
deelte zelfs tropisch, schijnen de veulens te veel te groeien, in
welke omstandigheid dan ook de reden moet gezocht worden,