14 zeer breed, maar weinig diep, gewoonlijk niet meer dan 2, hoog stens 3 Meter, beneden het maaiveld. In het Westen is de bodem vast en met grind bedekt; naar mate men meer naar het Oosten komt, vertoont zich meer modder. De Kampar Kanan vertoont in het groot hetzelfde beeld als de zijriviertjes. Alleen is zij veel dieper ingesneden en onderscheidt men van af Paloentjoean Tonggak tot Tambang zeer duidelijk de West- moesson- [bandjir] bedding van de Oostmoesson- bedding. De hoogte der oevers in den drogen tijd, die bij Poelau Bcdai nog 3 tot 5 Meter boven normaal laag water bedraagt, neemt geleidelijk af naar het Oosten en is bij Teratak Boeloe niet meer dan 1 tot 3 Meter. De rivierbodem bestaat in Koewo geheel uit zeer grof grind en zand, langzamerhand wordt het grind fijner en het zand vermengd met klei, bij Terantang zijn grind en zand nagenoeg- geheel door modder en klei vervangen. Hoewel verval en stroomsnelheid groot blijven, verliest de rivier toch reeds bij Poelau Gaclong [feitelijk reeds even voorbij Moeara Maliat] het karakter eener bergrivier en worden geen stroom versnellingen meer aangetroffen. Na de rotsen ten Westen van Paloentjoean Tonggak te hebben doorbroken, neemt zij zeer snel in breedte toe, terwijl de diepte •evenredig afneemt. Bedraagt die diepte tusschen de genoemde rotsen in den drogen tijd 5 tot 6 Meter, en op sommige punten nog veel meer, bij Poelau Balai staat op het diepste gedeelte niet meer dan onge veer 1,50 Meter water. Naarmate men verder naar het Oosten komt, neemt de diepte weder geleidelijk toe en bedroeg deze voor Teratak Boeloe volgens bekomen inlichtingen 4 tot 5 vadem. In den regentijd neemt de waterafvoer geweldig toe, niveau verschillen met den drogen tijd van 3 tot 5 Meter komen dikwijls voor, de geheele bedding is dan gevuld met water en vormt de Kampar Kanan in dien tijd eene machtige rivier met buitenge woon groote stroomsnelheid, die het geheele land overstroomt en bedekt met een laag vruchtbaar slijk.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 166