38 achterlaadgewezen in de V Kota bij de komst der expedition- naire troepen aanwezig waren, hun aantal in ieder geval zeer gering is geweest en zij bijtijds zijn verborgen. Het is in Midden Sumatra niet de gewoonte om gewapend uit te gaan of in het dagelijksch leven wapens te dragen. Slechts bij groote tochten in de wildernis voert men een wapen [gollok] mede om zich desnoods te verdedigen tegen wilde dieren en misschien nog meer om als kapmes te dienen. Bij feestelijke gelegenheden dragen voorname, welgestelde lie den blanke wapens als sieraad. Het wapen van den peng- hoeloe is dan de kris. De gebruikelijke bewapening van den doebalang is lans, kedoe- bang en schild, maar geen geweer. Deze wapens draagt hij evenwel alleen in bijzondere omstan digheden, b.v. wanneer hij ten strijde trekt of door zijn krijgs haftig voorkomen wil imponeeren, zooals bij zendingen naar naburige staatjes, het aanhouden van vreemde vaartuigen enz. Het vorenstaande is ook van toepassing op de rijkjes Kampar Tambang en Si Balimbing. Ook de beide radja's dragen in gewone omstandigheden geen wapens. 10. Rechtspleging Deze heeft, zoowel in de V Kota als in de rijkjes Kampar Tambang en Si Balimbingplaats volgens de oude Menangka- bausche adat. Behoudens voor kleine, onbeteekenende zaken, waarvan de be rechting aan den toewah kampong is opgedragen, is de gewone rechter de penghoeloe nan ka-ampat soekoe. Acht deze zich niet gemachtigd te beslissen, of kan hij de partijen niet tot een vergelijk brengen, dan wordt de zaak on derworpen aan het oordeel van het negorij bestuur. Kan ook die de zaak niet afdoen, b.v. omdat er vreemdelingen in betrokken zijn, dan treden de gezamenlijke hoofden der 5 landschappen als hoogste rechtbank op. Onderwerpt de veroordeelde zich niet vrijwillig aan het vonnis, dan wordt dit door de doebalang met geweld ten uitvoer gelegd. De gebruikelijke straffen zijn:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 190