40 le de pantjoeng alas. Deze belasting wordt geheven van hen, die boschproduc ten verzamelen, buiten het gebied hunner eigen soekoe. Zij wordt in natura voldaan. 2e de hasil tanah. Deze belasting, bestaande uit een zeker percentage van den oogst, wordtr-geheven van een ieder, vreemdeling of inwo ner (mits niet van dezelfde soekoe), die een ladang aanlegt. Se de uit de rechtsspraak voortvloeiende wettige en vooral onwettige voord eelen. De hoofden hebben aanspraak op een gedeelte van de boeten, die zij opleggen en laten bovendien hunne beslis sing dikwijls afhangen van de grootte van het geschenk, dat elk der partijen hun vereert. Doortrekkende vreemdelingen (orang tambang) betalen „hasil tabing" (een soort havengeld), als zij met hun prauw in de Y Kota ergens aanleggen of overnachten. Het bedrag dezer belasting staat niet vast, maar wordt ge regeld naar de behoeften van het oogenblik en naar hetgeen de opvarenden naar schatting kunnen missen. De hasil tabing wordt niet geheven van handelaren en van vreemdelingen, die reizen met in de V Kota thuis behoorende prauwen, wat tengevolge heeft, dat bijna geen vreemde prauwen in het land komen en het vervoer van reizigers en goederen ge heel in handen der bevolking blijft. Alle vreemdelingen, die eenigen tijd in het land vertoeven, zijn verplicht, hetzij in geld, hetzij in arbeid, bij te dragen tot de uitvoering van de werken van openbaar nut (b. v. het bouwen van een misigit, balai enz.), die tijdens hunne aanwezigheid onder handen zijn. Over de belasting, die de radjas van Tambang en Kampar van de bewoners der V Kota mogen heffen, werd hiervoor op bldz. 27 reeds een en ander gezegd. Overigens gelden daar en ook in Si Balimbing dezelfde bepa lingen als in de V Kota. In Si Balimbing ontvangt de poetjoek nog een zeker bedrag aan cijns van het gewonnen tin.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 192