47
:20. Hulpmiddelen voor de huisvesting en de verpleging van troepen.
Hiervóór op bldz. 31 e. v. werd reeds eene korte beschrijving
gegeven van de huizen en de gelegenheid tot troepenlogies,
die zij aanbieden.
Materialen tot het oprichten van barakken als wildhout, bam
boe (paring en talang) en pinangstammen vindt men overal
in overvloed.
Spijkers gebruikt de bevolking niet.
Moet zij 2 stukken hout verbinden, dan weet zij zich zeer
handig te behelpen door ze met rottan of taaie wortels, lianen
en dergelijke te binden, soms ook worden harde houten pinnen
gebruikt en keept men zware stukken, als balken enz., in.
Yoor omwanding gebruikt men planken of boomschors (koe-
lit kajoe), zelden bamboe.
De in de kampongs aanwezige voorraden van deze materialen zijn
meestal gering en moet men die bestellen evenals dakbedekking.
Tijdens de expeditie behielp men zich de eerste dagen metgevloch-
te pandan- en klapperbladen of tot bossen gebonden alang alang,
wat als omwanding goed voldeed, maar als dakbedekking, vooral
bij de stortregens, die in deze streken vallen, spoedig onbruik
baar werd en vervangen moest worden door beter materiaal.
De vloeren en balé-balé worden gemaakt van pinanglatten,
bamboe enz.
In de nabijheid van Pakan Bangkinangop den rechterrivier-
■oever, bevond zich een verlaten steenbakkerij.
Ook worden hier en daar eenige gebakken steenen gevonden,
maar nergens was eenig metselwerk te zien.
Behalve karbouwen vleesch levert het land voor troepen ver
pleging niets op.
De kooplieden hebben geen magazijnen en houden geen voor
raden aan.
De stapelplaatsen zijn Teratak Boeloe en Kota Baharoe-Pang-
kalan. (1)
1) Het in Midden Sumatra zoo dikwijls in plaatsnamen voorkomend woord „Pangf-
kalan" (van „pangkal" begin) beteekent aanlegplaats, landingsplaats of ook begin van een
.zijweg aan een rivier of een hoofdweg.