54 lans en eene sabel, terwijl de betrekkelijke brief werd over., gebracht door drie—uit elke Kota één—voorname en bejaarde hoofden namelijk Datoe Bandaharawakil voor den poetjoek van Boewagenaamd Datoe Maharadjadie ziek was, verder Ban dahara Saktepoetjoek van Bangkinang en Datoe Moeda Bemr, poetjoek van Salo. Aer Tiris en Roembio maakten, onder den invloed van Toeankoe Hadji Moedanog bezwaren, maar waren toch ook geneigd zich te onderwerpen, mits een Nederlandsch ambtenaar in of nabij de V Kota werd gevestigd. De resident van de Padangsche Bovenlandendie, in verband met het tot nu toe ten deze gevolgde bestuursbeginsel van ont houding van inmenging, zich niet gerechtigd achtte de onder werping der V Kota aan te nemen, wendde zich om bevelen ter zake tot den Gouverneur van Sumatra's Westkust (missive ddo. 29 Juni 1849 No. 1245). Het schijnt, dat deze niet genegen was eene beschikking te nemen, althans het blijkt niet, dat zulks geschiedde. De onderwerping werd op de lange baan geschoven en liep op niets uit. In 1849 (missive ddo. 3 April No. 48) rapporteerde de contro leur van Poear Datardat de bewoners der V Kota wederom vijandig waren opgetreden tegen die van de Boven Kampar. Verder vindt men omtrent de V Kota niets vermeld, totdat in 1852 berichten inkwamen van eenendoor Radja di Boea {Jang Dipertoewan Sembajangonder den invloed van eenen zekeren sjech Ismaël Hadji van Singaporeberaamden inval in ons gebied. Deze Radja di Boea (1) hield zich op te Moeara-Lemboe (Pang- kalan Indawangen had zich den steun weten te verwerven van verschillende staatjes, als de V KotaParapakanPakan Baroe Siaken Lipat Kaindie, volgens de mededeelingen van uitgezonden spionnen, zich werkelijk ten oorlog uitrustten. In 1854 riepen de hoofden van Kampar nan IX de bemiddeling in van de Nederlandsch-Indische Regeering in een tusschen hen en de V Kota.gerezen geschil over het wederrechtelijk aanhouden (1) Hij is 1880 te Basara overleden [missive van den Resident van de Padangsche Bovenlanden van 19 Juli 1880 No. 177 Geheim].

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 206