55 en tol heffen van in eerstgenoemd landschap thuis behoorende handelsprauwen. De assistent-resident der L Kota deed echter den hoofden van Kampar nan IX antwoorden „dat het gouvernement niet verplicht was aan binnen ons ge- „bied thuis behoorende kooplieden volkomen veiligheid te verze keren, wanneer zij zich buiten onze grenspalen bewegen" [schrij ven van 14 December 1854 No. 606]. Niettegenstaande hier aan het geldende bestuursbeginsel ver mijden van inmenging in de zaken van de VKota—eene bijzonder ver strekkende toepassing werd gegeven, zoo ver, dat zelfs ge weigerd werd onze onderdanen te steunen in hun verlangen om redres te krijgen voor rechtmatige grieven, zoo schijnt toch de on derwerping der V Kota voortdurend een punt van overweging voor de autoriteiten ter Sumatra's Westkust te zijn blijven uitmaken. In 1859 zond de resident van de Padangsche Bovenlanden zelfs eene commissie van inlandsche hoofden naar de V Kota om de oude betrekkingen met die streek weder aan te knoopen (brief 23 November 1858, Letter L Geheim). De assistent-resident der L Kota gaf aan de Datoe's der V Kota per brief kennis van de komst der commissie, terwijl deze zelfs middels Datoe Si Indo overeenkomstig den adat aan dien datoe eene uitnoodiging zond voor eene samenkomst te Moeara Mallatde plaats, waar in vroeger jaren de hoofden van de Tiga Kaboeng (namelijk P Kampar Toengkoe nan Tigade tegenwoor dige laras Kampar di Moedik VI Kota2e Kampar nan VII Kota de tegenwoordige laras Kampar di Ilir VII Kota en 3' Kampar nan V Kotahet landschap, dat tot nu toe onafhankelijk bleef) plachten bijeen te komen, wanneer zij gemeenschappelijke be langen te bespreken hadden. In Koewo, Salo en Bangkinang werden zoowel de brief van den assistent-resident als Datoe Si Indo goed ontvangen en zonden de hoofden van die landschappen aan de commissie zelfs het gebruikelijke kleine geschenk van levensmiddelen enz. Alleen de Poetjoek van Koewo echter gaf een bepaald ant woord op den brief. Te Aer Tiris en Roembio werden onze zendelingen kwalijk bejegend en toonde zich op de groote volksvergadering, die naar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 207