71
2e. Datoe Bandahara Sati. kamanakan kandoeng van den poe-
tjoek van Bafoe Besoeratdie verhinderd was persoonlijk te gaan
en in familierelatie stond met Datoe Padoeka ïoeioaneen der
voornaamste hoofden van Koewo.
3e. Datoe Andikapoetjoek van Poelau Gadongen
4e. Datoe Toemenggoengeen der voornaamste penghoeloe's
van Poelau Gadongdie als'woordvoerder zou optreden.
Den 9den Mei 1899 omstreeks 9 uur voormiddags vertrok de
commissie per prauw van Poelau Gadong en keerde in den avond
van den 11™ Mei daaraanvolgende te Kota Baharoe terug.
Uit het door hen mondeling uitgebracht verslag van hunne
zending bleek, dat zij te Koewo behoorlijk waren ontvangen.
De hoofden van dat landschap verklaarden, dat zij niet aan
de overvalling van Clifford hadden deelgenomen, noch er iets
van gehoord of gezien hadden en dat zij niet naar Kota Baha
roe wenschten te gaan, omdat zij daardoor den schijn op zich
zouden laden, dat zij zich wilden onderwerpen, terwijl zij zich
in vroeger tijden met de overige hoofden der V Kota te Si
Kanonjo bij eede hadden verbonden om zich nimmer goedschiks
aan het Nederlandsch-Indische Gouvernement te zullen onder
werpen.
Datoe Padoeka Toewan van Koewo verklaarde nog, dat hij zijn
hand wilde afkappen, als het waar was, dat de „Kompenie" naar
de V Kota zoude komen om de bevolking te straffen, terwijl
hij later tot het commissielid Datoe Bandahara Sati zeide„waar
de kompenie zich ook moge ophouden, hetzij te Poelau Gadong
hetzij te Moeara Mahat of te Batoe Besoeratwij zullen daar ko
men en die kampongs herscheppen in een meer."
„Gij moet maar niet meer terugkomenik heb nu voor uw leven
ingestaan, later kan ik dat niet meer doen".
De reis van de commissie was dus te vergeefs geweest en werd
de toestand daardoor eer slechter dan beter.
Inmiddels was op het daartoe in den morgen van den 3™ Mei
1899 omstreeks 11 uur voorloopig mondeling gedaan verzoek van
den waarnemenden Gouverneur van Sumatra's Westkustdienzelf
den dag ten 2 uur 15 minuten namiddag een detachement sterk:
2 officieren, le Luitenant H. G. Post en 2e Luitenant A. Meijroos
1 Europeesche hoornblazer, 25 Europeesche en 25 inlandsche