72
minderen van het 16e Bataljon Infanterie met een hospitaalbe-
diende van Padang Pandjang per spoor naar Pajakoemboeh ver
trokken, alwaar het ter beschikking werd gesteld van den assis
tent-resident der L. Kota om te dienen tot bescherming van het
civiel établissement te Kota Baharoe en om een inval uit het
onafhankelijke gebied te keeren.
Te Fort de Koek had zich bij dat detachement een officier van
gezondheid 2e klasse (J. L. W. F. van Leentaangesloten. ?J
De aan den commandant van deze troepenafdeeling mede ge
geven instructie is als bijlage F. aan het slot van dit verslag
opgenomen.
Op het zenden van het detachement en de voor de verpleging
daarvan getroffen regelingen werd bij Gouvernements Besluit
ddo. 30 Juni 1899 No. 1 de vereischte goedkeuring der Regeering
verleend.
Op verzoek van den wd Gouverneur van Sumatra's Westkust
waren den 3en Mei van Fort de Koek aan den controleur der onder -
afdeeling Pangkalan Kota Baharoe toegezonden 10 Beaumont ge
weren met 180 scherpe patronen.
Den 26en Mei daaraanvolgende, toen bovenbedoeld detachement
weder naar zijn garnizoen was teruggekeerd, werd het aantal
geweren gebracht op 24 met 1200 patronen (goedgekeurd bij
Gouvernements Besluit ddo. 18 November 1899 No. 11).
De aanleiding tot deze maatregelen was het volgende geweest.
In de Pangkalan liep sedert eenigen tijd het gerucht, dat de
bewoners der V Kota eenen inval zouden doen in het Gouver-
nementsgebied.
Dit gerucht hield niet alleen hardnekkig aan, maar kreeg steeds
grooteren omvang.
Men sprak zelfs van eenen aanval op de controleurswoning te
Kota Baharoe.
Den 2etl Mei keerde de door den controleur naar de V Kota
gezonden spion Chatib te Kota Baharoe terug met het bericht, dat
de datoe's van Bangkinang vergunning hadden gegeven tot het
doen van den inval, dat hun schuld aan de berooving van den heer
Clifford vaststond en dat de hoofden der F Kota reeds gedurende
drie dagen beraadslaagden over een geheim onderwerp (inval in
Nederlandsch gebied).