- 75 Aan de laatdunkende houding door de bewoners der F Kota gedurende de laatste halve eeuw tegenover de Neder landsch- Indische Regeering aangenomen, moest een einde worden ge maakt. Bovendien mocht niet uit het oog worden verloren, dat de natuurlijke handelsweg tusschen West- en Oostkust van Sumatra door de F Kota liep en dus het belang van eene geregelde economische ontwikkeling van dat eiland eischte, dat die weg veilig en vrij was. Op al deze gronden stelde de waarnemende Gouverneur van Sumatra's Westkust der Regeering voor eene militaire expeditie naar de F Kota te zenden met het doel dit landschap te straf fen voor het gebeurde en het tevens te annexeeren om zoodoen de ook voor de toekomst aan alle moeielijkheden voor goed een einde te maken. De annexatie zou slechts dan behooren te worden uitgevoerd, wanneer de aanspraken, die het rijk van Siak op de V Kota kon maken, bij onderzoek bleken daartegen geen beletsel te vormen. De te stellen eischen zouden zijn le Onderwerping aan het Gouvernement, te bezegelen door een eed van trouw; 2e betaling van 800.— bangoen voor den vermoorden heer Clifford 3' betaling van 6000.als vergoeding van geroofde gelden en goederen 4e betaling van een boete wegens het „Salah melanggar", ten bedrage volgens den adat van 66 dollar plus de levering van een karbouw en 100 gantang rijst, gepaard met het vragen van vergiffenis; 5e uitleveren van de bekende deelnemers aan den inval of bij niet uitlevering betaling voor eiken niet uitgeleverde van f 250.— Het eischen van eene oorlogsschatting van bijvoorbeeld f 10.000 -of f 15.000.werd niet wenschelijk geacht om den boog niet al te sterk te spannen, maar daarentegen de invoering van een hoofdelijke belasting van 2% van het inkomen aanbevolen. De militaire commandant van Sumatra's Westkustop dit voor-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 227