14
onvermoeid, waartoe hun kalm temperament zeker veel bijdraagt
en zeer gemakkelijk in de africhting.
Daar de dieren verder buitengenwoon sober zijn evenals de
muildieren nemen zij genoegen met schier alles, wat men ze
voorzet en weinig gevoelig voor klimaatsinvloeden (1), komt
het mij voor, dat het aanbeveling zou verdienen, om wanneer
China over eenige jaren weer tot rust zal zijn gekomen, zoodat
de paardenstapel dan weer zal zijn aangevuld, bij onze veldar
tillerie een proef te nemen met een 25 tal Chineesche ponies,
opdat men wete wat men hier aan die dieren hebben zou, wan
neer moeielijkheden met de remonteering uit de Indische paar
denrassen ons tijdelijk zou dwingen paarden van elders aan te
voeren.
Hiertegen schijnt te minder bezwaar te bestaan, omdat al
heeft men onder de Chineesche ponies ook dieren van grooter
taille, het niet moeielijk zal zijn, daaronder een voldoend aantal
te vinden van eene zoodanige taille, dat noch de stalling, noch
de bestaande harnachementen een bezwaar tegen hun gebruik
opleveren. Ook de prijs der dieren behoeft geen bezwaar te
zijn; goede Chineesche ponies kosten gemiddeld niet meer dan
100 dollars per stuk, zoodat er hoogstwaarschijnlijk nog genoeg
overblijft voor het transport der dieren van Shanghai herwaarts,
dan dat zij in totaal niet meer zouden kosten dan de remonteprijs
voor overwalsche paarden hier te lande bedraagt.
Wenscht men de proef te nemen, dan zouden de dieren te
Shanghai of te Tientsin en Peking kunnen worden aangekochtin
het eerste geval zullen de transportkosten minder hoog zijn
tenzij de aankoop gepaard kon gaan met die van muildieren die
noodwendig in Noord-China moeten worden aangekocht zoodat
meer dieren in eens vervoerd zouden worden, hetgeen wellicht
tot eene vermindering van de transportkosten per dier zou leiden.
Koopt men de dieren te Shanghaidan zou dit kunnen gebeuren,
door tusschenkomst van den Nederlandschen Consul aldaar en
doet men het te Tientsin waar een waarnemend Nederlandsche
Consul, dus in den regel een vreemdeling, is dan zou het m.i.
(1) Niettegenstaande de dieren uit het koude Mongolië komen, zag ik ze in de maanden
Juli en Augustus, toen het in Shanghai zoo warm was, dat men de dieren een hoed
opzette, daar toch onvermoeid dienst doen.