- 86
fische verbinding', op alle spoedvereischende aanvragen, berichten
enz., kon worden uitgespaard.
Een geladen prauw had vóór dat de stroomversnelling bij
Moeara Mahat was opgeruimd, op die plaats steeds eenige uren
oponthoud terwijl, daar slechts 2 lieden het talent bezaten om
de prauwen er door te brengen en voor het uit- en inladen
slechts enkele menschen beschikbaar waren, dikwijls een ge-
heelen dag oponthoud werd ondervonden, wanneer toevallig
eenige prauwen tegelijk voor de stroomversnelling aankwamen.
Bovendien verongelukte bij hoog water nu en dan een prauw
en beliep de lading dikwijls veel waterschade.
Al deze bezwaren zijn door het werk der genietroepen op
geheven.
Door de infanterie-bezetting van Poelau Gadong werd het
bivak met hulp van de bevolking behoorlijk ingericht en in
staat van verdediging gebracht daarna werden de omstreken
verkend en afgepatrouilleerd.
Daarbij werd in het bijzonder aandacht geschonken aan het
terrein tusschen het bivak en de grens van het Nederlandsche
gebied met de V Kota.
De bestaande voetpaden, vooral die welke naar en over de
grens liepen en die dus bij eene eventueele expeditie waar
schijnlijk zouden moeten gebruikt worden, werden waar noodig
verbeterd, terwijl in het belang der verkenningen ook hier en
daar nieuwe paden werden gekapt.
Op de voetpaden, die naar de V Kota voerden, werden 's nachts
herhaaldelijk hinderlagen gelegd om te zien of daar langs wel
licht verkeer plaats had, maar nooit werd iets verdachts gezien.
Belangrijke gebeurtenissen hadden niet plaats, de vijand hield
zich rustig en hoewel de geruchten omtrent voorgenomen invallen
en dergelijke hardnekkig bleven aanhouden, gebeurde er niets.
Den 20en Juli des namiddags ten 4 uur ongeveer kwam een
sampan, waarin drie mannen, in zicht.
Een der opvarenden wenkte met een brief die, in ontvangst
genomen, bleek in te houden een verzoek van de datoe's der
V Kota om opheldering omtrent het doel van het verblijf van
talrijke, gewapende „orang kompenie" te Poelau Gadong.