92 - één kapitein, 2 onderluitenants, 2 sergeant-majoors, 2 fouriers, 11 Europeesche sergeanten, 5 inlandsche sergeanten en 5 inlandsche korporaals. Op den 8en Augustus ontving de Militaire Commandant van Sumatra's Westkust van den Commandant van het Leger bericht dat de voor de expeditie bestemde cavalerie en dwangarbeiders benevens het overige personeel dien dag om 5 uur namiddag per stoomschip vReael" naar Padang zouden vertrekken en daar waarschijnlijk den llden daaraan volgende's morgens vroeg zou den aankomen dat de verpleging op voet van oorlog zou ingaan op den dag vol gende op dien van aankomst op Poelau Gadong der expeditie, waar van den aanvang zooveel mogelijk diende te worden bespoedigd. Tevens werd in dat telegram opgegeven, welke punten op last van de Regeering en welke uit een militair oogpunt als grond slag moesten worden genomen voor de, door den gewestelijk militairen commandant in overleg met den waarnemenden Gou verneur van Sumatra's Westkust vast te stellen, instructie voor -den expeditie-commandant, terwijl verder werd medegedeeld: dat de waarnemende Gouverneur was belast met de politieke leiding van de expeditie; dat aan den expeditie-commandant een civiel ambtenaar voor behandeling van politieke aangelegenheden en aanraking met hoofden en bevolking der V Kota zou worden toegevoegd; dat Poelhu Gadong moest worden ingericht tot operatie-basis en dat moest worden nagegaan (c.q. voorstellen gedaan) of gees telijke bijstand voor de expeditie noodig was, kunnende c. q. reeds dadelijk worden beschikt over een der Roomsch Katholieke geestelijken te Padang. Den 9den Augustus ontving de Militaire Commandant van Sumatra's Westkust bij telegram van den Commandant van het Leger bericht, dat voor de expeditie waren uitgetrokken 940 dwangarbeiders (waaronder 112 reeds ingedeeld bij de genie troepen en de bezetting van Poelau Gadong) voor den gevechts-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 244