100 - Door scherp toezicht is voorkomen, dat uit dien toestand belangrijke nadeelige gevolgen zijn voortgevloeid. IV. Toevoegen van geestelijke hulp aan de expeditionnaire troepen. In verhand met het gering aantal christenen bij de troepen,, de moeielijke verpleging en de niet te vermijden groote phy- sieke inspanning, die zou moeten worden gevergd, adviseerde de Militaire Commandant van Sumatra's Westkust om aanvankelijk geen geestelijke aan de expeditie toe te voegen. Zijne Excellentie de Commandant van het Leger was van oor deel, dat de zieken en gewonden te Poelau Gadongtengevolge van den moeielijken weg, wellicht niet spoedig zouden kunnen worden geëvacueerd en zich dus daar zouden kunnen ophoopen, waartoe als nog het beschikken over geestelijke hulp wenschelijk kon worden. Deed zich dat geval voor, dan zou in de behoefte moeten wor den voorzien. Bezwaar bestond daartegen niet. Reeds vóór den aanvang der expeditie had een der Roomsch- Katholieke geestelijken van Padang zich voor het aangegeven doel beschikbaar gesteld; ook stelde een dominee zich beschikbaar. Dank zij het gunstige verloop der expeditie is van deze aan biedingen geen gebruik behoeven te worden gemaakt. V. Regelen van het vervoer per spoor der expeditionnaire troepenmacht naar Pajakoemboeh en vaststellen van het tableau voor den marsch naar Poelau Gadong. De spoorlijn Padang-Pajakoemboeh heeft slechts zeer geringe capaciteit voor personenvervoer (enkel spoor, grootendeels berg- lijn, gedeeltelijk tandradbaan met klein treingewicht en geringe snelheid, zeer beperkt aantal wijkplaatsen en weinig materieel). Lengte en inrichting van de lijn lieten niet toe het materieel, dat 's morgens van Padang vertrok, daar 's avonds weder terug te brengen. Het gewone verkeer en vooral het kolenvervoer, dat het lijn gedeelte Kajoe Tanam Padang Pandjang grootendeels in beslag neemt, mocht niet worden gestremd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 252